rechtszaak

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rechts·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtszaak rechtszaken
verkleinwoord rechtszaakje rechtszaakjes

Zelfstandig naamwoord

rechtszaak v/m

  1. (juridisch) een geschil dat twee of meer partijen hebben over hun rechten en dat zij aan de uitspraak van een rechter onderwerpen
    • Ze spannen een rechtszaak aan tegen dat bedrijf. 
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Een rechtszaak aanspannen/beginnen.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rechtszaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.