reden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: reden (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈre.də(n)/, (nevenuitspraak als werkwoord) /re.jə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈre.də(n)/, (onbeschaafd voor het werkwoord) /ˈre.jə(n)/
- (Limburg): /ˈre.də(n)/
Woordafbreking
- re·den
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘oorzaak, motief’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reden | redenen |
verkleinwoord | redentje | redentjes |
Zelfstandig naamwoord
reden m
- een motivatie door iemand bedacht of beredeneerd
- Kun je een reden geven waarom je te laat bent?
Hyponiemen
- beweegreden, schijnreden, veiligheidsreden
Afgeleide begrippen
- redengevend
Uitdrukkingen en gezegden
- om die reden
hierdoor
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord reden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'reden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Werkwoord
reden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
reden |
reedde |
gereed |
zwak -d | volledig |
- (verouderd) klaar maken tot het eindproduct
Synoniemen
vervoeging van |
---|
rijden |
reden
- meervoud verleden tijd van rijden
- Wij reden.
- Jullie reden.
- Zij reden.
- Wij reden.
Duits
Uitspraak
- IPA: /ˈʀeːdn̩/
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
reden /ˈʀeːdn̩/ |
redete /ˈʀeːdətə/ |
geredet gəˈʀeːdət/ |
volledig |
Noors
Woordafbreking
- re·den
Naar frequentie | > 50000 |
---|
Nynorsk
Woordafbreking
- re·den
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.