bevattelijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vat·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding vannaamwoord van handeling van bevatten en met het achtervoegsel -lijk
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bevattelijkbevattelijkerbevattelijkst
verbogen bevattelijkebevattelijkerebevattelijkste
partitief bevattelijksbevattelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

bevattelijk [1]

  1. vlug van begrip zijn
    • De bevattelijke leerling kon de les met groot gemak leren. 
  1. van iets dat het helder en duidelijk is en daardoor makkelijk te begrijpen
    • Het bevattelijke protocol maakt het voor iedereen duidelijk wat hij of zij moet doen als er brand uitbreekt. 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bevattelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.