aannemelijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·ne·me·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van aannemen met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen aannemelijkaannemelijkeraannemelijkst
verbogen aannemelijkeaannemelijkereaannemelijkste
partitief aannemelijksaannemelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

aannemelijk

  1. om aan te nemen
  2. waarschijnlijk, plausibel, geloofwaardig
    • Toen de wapenstilstand ten slotte een aannemelijk vooruitzicht werd, begon de hoop het er levend af te brengen zelfs bij de grootste pessimisten post te vatten. [1] 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aannemelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Lemaitre, Pierre Tot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 11
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.