intelligent

Niet te verwarren met: intel·ligent

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·tel·li·gent
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verstandig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1808 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen intelligentintelligenterintelligentst
verbogen intelligenteintelligentereintelligentste
partitief intelligentsintelligenters-

Bijvoeglijk naamwoord

intelligent

  1. met een goed verstand of daarvan blijk gevend
    • Hij is een zeer intelligente jongeman. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord intelligent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Duits

Bijvoeglijk naamwoord

intelligent

  1. intelligent


Engels

Uitspraak
stellend vergrotend overtreffend
intelligentmore intelligentmost intelligent

Bijvoeglijk naamwoord

intelligent

  1. verstandig, slim, intelligent
Synoniemen
Antoniemen


Frans

Uitspraak
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   intelligent intelligents
  vrouwelijk   intelligente intelligentes

Bijvoeglijk naamwoord

intelligent

  1. intelligent
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.