redelijk
Nederlands
Woordafbreking
- re·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | redelijk | redelijker | redelijkst |
verbogen | redelijke | redelijkere | redelijkste |
partitief | redelijks | redelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
redelijk
- wat op nuchtere wijze te beredeneren is
- Als je boos wordt, kun je geen redelijk oordeel vellen.
- de eigenschap bezittend nuchter te redeneren
- Hij is altijd een redelijk man geweest.
- tamelijk
- Hij kan zich redelijk goed verstaanbaar maken.
Hyponiemen
Vertalingen
1. wat op nuchtere wijze te beredeneren is
Bijwoord
redelijk
- in aanzienlijke mate
- Het is al redelijk warm geworden.
Gangbaarheid
- Het woord redelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'redelijk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.