aroma

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aroma    (hulp, bestand)
  • IPA: /a'roma/
Woordafbreking
  • aro·ma
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘geur’ voor het eerst aangetroffen in 1869 [1]
  • Afkomstig uit het Grieks [2]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord aroma aroma's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

aroma o

  1. (voeding) (aangename) geur van spijzen, dranken, genotmiddelen enz
    • Toen ik thuis kwam rook ik direct het heerlijke aroma van het eten. 
  1. (voeding), (specerij), (kruid), (kookkunst) stof die smaak en geur aan spijzen etc. geeft
    • Op de verpakking van kant-en-klaarmaaltijden kun je lezen welke aroma's gebruikt werden. Hiervoor moet je kijken onder het kopje geur- en smaakstoffen. 
Hyponiemen
  • boteraroma, koffiearoma, rookaroma, soeparoma, spijsaroma, strooiaroma, tabaksaroma
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aroma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig uit het Grieks
enkelvoud meervoud
aroma aromas

Zelfstandig naamwoord

aroma

  1. (voeding) aroma, geur
  1. «The wine has a fruity aroma
    De wijn heeft een fruitig aroma.
Synoniemen
  • bouquet
  • VS: flavor
  • VS: flavoring
  • VK: flavour
  • VK: flavouring
  • race (bij wijn)
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
  • aroma industry
  • aroma barrier
  • aroma density
  • aroma profile
  • aroma therapy
  • aromatherapy
  • cinnamon aroma
  • curry aroma
  • hop aroma
  • natural aroma
  • toasted aroma
Typische woordcombinaties
  • hammy aroma
een hamachtig aroma
  • heady aroma
een bedwelmend aroma
  • nutty aroma
een nootachtig aroma
  • toasty aroma
een aroma naar geroosteerde stoffen
Uitdrukkingen en gezegden
  • to develop the aroma
het aroma ontvouwen
  • to give aroma to something
aromatiseren, geur geven aan


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ɑˈɾuːmɑ /
Woordafbreking
  • aro·ma
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig uit het Grieks
Naar frequentie 26224
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   aroma     aromaen     aromaer     aromaene  
genitief   aromas     aromaens     aromaers     armrommenes  

Zelfstandig naamwoord

aroma, m

  1. (voeding) aroma, geur
Verwante begrippen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ɑˈɾuːmɑ /
Woordafbreking
  • aro·ma
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig uit het Grieks
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   aroma     aromaen     aromaar
aromaer  
  aromaane
aromaene  

Zelfstandig naamwoord

aroma, m

  1. (voeding) aroma, geur
Verwante begrippen


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • a·ro·ma
enkelvoud meervoud
aroma aromas

Zelfstandig naamwoord

aroma m

  1. (voeding) aroma, geur

Verwijzingen


    Tsjechisch

    Uitspraak
    • IPA: /arɔma/
    Woordafbreking
    • aro·ma

    Zelfstandig naamwoord

    aroma o

    1. aroma; (typische, sterke, aangename) geur
    2. (voeding) aroma; stof die smaak en geur aan spijzen etc. geeft
    Afgeleide begrippen
    Verwante begrippen
    • aromaticky (bw.)
    • aromatičnost v

    Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.