ether
Nederlands
Woordafbreking
- ether
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘verdovende vloeistof’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ether | ethers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
ether m
- (scheikunde) een organische verbinding met de functionele groep C-O-C
- De meeste ethers zijn vluchtige vloeistoffen.
- (natuurkunde) een denkbeeldige substantie waarvan men vóór de komst van de relativiteitstheorie aannam dat deze het universum vervulde en de drager was van de elektromagnetische golven
- Deze zender is niet langer in de ether.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een organische verbinding met de functionele groep C-O-C
Gangbaarheid
- Het woord ether staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ether' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.