essence

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • es·sen·ce
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aromatisch aftreksel’ voor het eerst aangetroffen in 1715 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord essence essencen
essences
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

essence v / m [3]

  1. (kookkunst) sterk geconcentreerd aromatisch aftreksel van geurstoffen of smaakstoffen
  2. (scheikunde) scheikundig bereide stof met geconcentreerde smaak of geur
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • amandelessence, ananasessence, azijnessence, badessence, citroenessence, parelessence, perenessence, punchessence, rumessence, vanille-essence, vruchtenessence
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord essence staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
  • Geluid:  essence    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɛsɑ̃s/

Zelfstandig naamwoord

essence v

  1. benzine
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.