aanhaling
Nederlands
Woordafbreking
- aan·ha·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanhaling | aanhalingen |
verkleinwoord | aanhalinkje | aanhalinkjes |
Zelfstandig naamwoord
aanhaling v
- een letterlijke passage die door iemand anders aangehaald wordt uit een bron
- Wikiquote heeft een uitgebreide verzameling aanhalingen.
- het strakker trekken van een schroefbout, touw, teugel, riem, veter, voorwaarden etc.
- het liefkozend, zachtjes naar zich toe trekken een mens of dier
Synoniemen
- [1] citaat
- [2] aanspanning
Verwante begrippen
- [1] citeren
- [2] besturen, knevelen, leidsel, schoot, toom, vastbinden
- [3] aaien, knuffelen, liefkozen
Vertalingen
1. een letterlijke passage die door iemand anders aangehaald wordt uit een bron
2. het strakker trekken van een schroefbout, touw, teugel, riem, veter, voorwaarden etc.
3. het liefkozend, zachtjes naar zich toe trekken een mens of dier
Gangbaarheid
- Het woord aanhaling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanhaling' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.