Juridische aspecten van circumcisie

Dit artikel behandelt de juridische aspecten van circumcisie, ook wel bekend als jongensbesnijdenis of mannenbesnijdenis.

Overzicht

Bij de niet-therapeutische circumcisie van baby's en kinderen zijn er twee grondrechten die met elkaar botsen: Het recht op lichamelijke integriteit en het recht op godsdienstvrijheid. Zowel in Nederland als wereldwijd wordt de facto voorrang gegeven aan het recht op godsdienstvrijheid en het recht van ouders om het zelfbeschikkingsrecht uit te oefenen voor kinderen die een leeftijd hebben waarop ze daar zelf nog niet toe in staat zijn.[1]

Er bestaat geen jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over het afwegen van de verschillende rechten in dit geval. Ook Belgische en Nederlandse rechters hebben hierover tot dusver geen uitspraak gedaan.

Hoewel er reglementen betreffende de voogdij over kinderen zijn toegepast op rechtszaken over besnijdenis, lijkt er momenteel geen staat in de wereld te zijn die ondubbelzinnig jongensbesnijdenis voor niet-therapeutische redenen verbiedt, hoewel de wettelijkheid van een dergelijke circumcisie in sommige parlementen wordt betwist.

Onderstaande tabel levert een niet-uitputtend overzicht waarin wettelijke restricties en vereisten voor niet-therapeutische jongensbesnijdenis tussen verschillende landen worden vergeleken. Sommige landen vereisen dat één of beide ouders instemmen met de operatie; in sommige hiervan (Finland,[2] het Verenigd Koninkrijk[3][4]) is er juridische strijd geweest tussen ouders toen een van hen de besnijdenis van hun zoon had laten uitvoeren of gepland zonder instemming van de andere ouder. Sommige landen vereisen dat de procedure wordt uitgevoerd, of geschiedt onder toezicht van, door een gekwalificeerde arts (of een gekwalificeerde zuster in Zweden[2]) en dat er (lokale) anesthesie wordt toegepast op de jongen of man.

Wettelijke restricties en vereisten voor niet-therapeutische jongensbesnijdenis per land
Land Instemming ouders Anesthesie Gekwalificeerd arts Betaling Noten
 België Belastingbetalers[5] Minister van Volksgezondheid verwierp voorgesteld verbod van Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek[5]
 Denemarken Ouders[2]
 Finland Beide ouders[2] Ouders[2]
 Frankrijk Beide ouders[2] Ouders[2]
 Duitsland Ouders[2]
 Israël Uitvoerend of toeziend[6] Onder zes maanden, anders medische reden nodig[6]
 Italië Ouders[2]
 Nederland Ouders[2]
 Noorwegen Vereist[7] Toeziend[7] Ouders[2] Ouders en geestelijken moeten buiten de operatiekamer wachten[7]
 Saoedi-Arabië Uitvoerend[6]
 Zuid-Afrika Uitvoerend[6]
 Spanje Ouders[2]
 Zweden Vereist[2] Toeziend[2] Ouders[2] Onder twee maanden[2]
 Verenigd Koninkrijk Beide ouders[6] Ouders[2] In slechts 6,2% van onderzochte gevallen stemden beide ouders in[6]

Wetgeving per land

België

Nadat begin 2014 enkele artsen aan het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek vragen stelden, werd er een ethische commissie opgezet om te oordelen over de moraliteit van het dekken van kosten van medisch niet-noodzakelijke chirurgie middels belastinggeld, vooral aangezien veel belastingbetalers de praktijk immoreel vinden. Tegen juli 2017 had de commissie naar verluidt al consensus bereikt over het stopzetten van financiële dekking van niet-medische besnijdenis, maar was nog in discussie over men de overheid zou adviseren om een totaalverbod op circumcisie in te voeren.[8] Het uiteindelijke (niet-bindende) advies van de commissie, gepresenteerd op 19 september 2017, was om de publiek financiering van niet-medische circumcisie te beëindigen en geen minderjarigen te besnijden tot zij, na afdoende te zijn geïnformeerd, met de procedure kunnen instemmen of deze afwijzen. Het advies verwees naar het Verdrag inzake de rechten van het kind (1990) en weerspiegelt de niet-bindende resolutie van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa tegen minderjarige niet-therapeutische circumcisie.[9] Minister van Volksgezondheid Maggie De Block verwierp het advies van de commissie echter met de argumenten dat 'het Riziv kan niet weten of er een medische oorzaak is of niet' wanneer ouders een circumcisie verzoeken en dat wanneer hen een professionele procedure wordt geweigerd het risico bestaat dat men het een non-expert laat uitvoeren, met slechtere resultaten voor de kinderen. De reactie van de minister werd met verdeeldheid ontvangen.[5]

Denemarken

Een opiniepeiling uit januari 2018 door Megafon in opdracht van televisienetwerk TV2 toonde aan dat 83% van de Deense burgers een verbod op jongensbesnijdenis wil. Een burgerinitiatief dat de minimumleeftijd van 18 jaar voor circumcisie eist om de "grondrechten van kinderen" te beschermen behaalde op 1 juni 2018 50.000 handtekeningen waardoor het Deense parlement werd gedwongen om het te overwegen. In het parlement was er geen steun voor het burgerinitiatief. Het Deense ministerie van gezondheid gaf aan dat de besnijdenis van jongens niet in strijd is met het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties.[10] Deense vluchtelingenorganisaties zien de discussie als voorbeeld van een anti-humanitische en anti-moslim politiek die door de rechtste regering gevoerd wordt.[11]

Bij de eerste lezing in het parlement op 23 november 2018, woordvoeders van de Dansk Folkeparti, Venstre, Socialdemokraterne en Radikale Venstre meldden dat hun partijen tegen het wetsvoorstel zouden stemmen. Enhedslisten en Socialistisk Folkeparti waren voor het verbod, maar hadden kanttekeningen bij details uit het voorstel, met nam de legalisering van vrouwenbesnijdenis vanaf 18 jaar. Liberal Alliance, Det Konservative Folkeparti en Alternativet namen geen collectief besluit en lieten hun leden naar geweten stemmen.[12]

Vóór het voorgestelde verbod (november 2018)
Tegen het voorgestelde verbod (november 2018)
Neutraal ten opzichte van het voorgestelde verbod (november 2018)

Duitsland

Op 7 mei 2012 velde een Keulse rechter in hoger beroep het vonnis dat de ingreep uit religieuze gronden strafbaar is, omdat onherroepelijk lichamelijk letsel wordt toegebracht. Hij is van mening dat het recht van de ouders noch de grondwettelijk verankerde godsdienstvrijheid zo'n ingreep kunnen rechtvaardigen.[13][14][15] Vervolgens ontspon zich een dispuut, waarin zich ook de Israëlische president Sjimon Peres mengde. Hij vroeg zijn Duitse ambtgenoot Joachim Gauck om te waarborgen, dat joodse Duitsers ook in de toekomst hun traditionele religieuze verplichtingen kunnen nakomen. Inmiddels is in § 1631d Boek 4 van het (Duits) Burgerlijk Wetboek nadrukkelijk de vrijheid van ouders opgenomen om jongens te laten besnijden.

Europese Unie

Prevalentie van circumcisie per land (2015).

 Meer dan 90%

 40 tot 49%

 Minder dan 1%

Een in februari 2013 gepubliceerde studie in opdracht van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken van het Europees Parlement verklaarde dat "mannelijke besnijdenis om niet-therapeutische redenen met enige regelmaat en hoeveelheid lijkt te worden uitgevoerd in Europa" en zei dat het "het enige scenario is, van alle onderwerpen die in dit hoofdstuk besproken worden, waarbij de uitkomst van het balanceren van het recht op fysieke integriteit en religieuze vrijheid ten gunste van de laatste uitvalt." De studie adviseerde dat "datgene wat in het beste belang van het kind is voorrang moet krijgen, terwijl de relevantie van deze praktijk voor moslims en Joden erkend dient te worden. Lidstaten dienen te waarborgen dat circumcisie van minderjarige kinderen wordt uitgevoerd volgens de kunde van het medische beroep en onder omstandigheden die de gezondheid van minderjarigen niet in gevaar brengen. Het is terecht dat de Lidstaten reglementen invoeren ter vaststelling van de omstandigheden en de gepaste medische opleiding voor degenen aan wie verzocht wordt om het uit te voeren."[16]

Raad van Europa

Op 1 oktober 2013 nam de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa een niet-bindende resolutie aan waarin zij verklaarde "in het bijzonder bezorgd [te zijn] over een categorie van schending van de fysieke integriteit van kinderen," en begreep in deze categorie "circumcisie van jonge jongens om religieuze redenen."[17] Op 7 oktober schreef de Israëlische president Shimon Peres een persoonlijke missive aan de Secretaris-generaal van de Raad van Europa, Thorbjørn Jagland, om het verbod tegen te houden, stellende: "De Joodse gemeenschappen in heel Europa zouden ernstig getroffen worden als zij zouden zien dat hun culturele en religieuze vrijheid werd belemmerd door de Raad van Europa, een instituut dat gewijd is aan de bescherming van precies deze rechten." Twee dagen later verhelderde Jagland dat de resolutie niet-bindend was en dat “niets in het geheel van onze wettelijk bindende normen ons ertoe zou leiden om de kwestie van vrouwelijke genitale verminking en de besnijdenis van jonge jongens voor religieuze redenen op gelijke voet te behandelen.”[18]

Finland

In augustus 2006 bepaalde een Finse rechtbank in Tampere dat de circumcisie van een vierjarig jongetje, geregeld door zijn islamitische moeder, illegale mishandeling was. De vader van de jongen, die niet geraadpleegd was, meldde het incident bij de politie. Een lokale officier van justitie stelde dat het verbod op besnijdenis in de Finse wet niet gender-specifiek is, dus zowel voor jongens als meisjes geldt. Een advocaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid verklaarde dat geen wetgeving noch een verbod is op mannelijke besnijdenis en dat "de operaties zijn uitgevoerd op grond van het gemene recht." De moeder ging in hoger beroep[19] en in oktober 2008 bepaalde het Finse Hooggerechtshof dat de circumcisie "die wordt uitgevoerd voor religieuze en sociale redenen en op een medische wijze, niet de kenmerken heeft van een misdaad. Het [Hof] wees erop dat de circumcisie van islamitische jongens een gevestigde traditie en een integraal onderdeel van de identiteit van moslimmannen is".[20] Intussen heeft de Finse overheid een brochure met richtlijnen voor de besnijdenis uitgegeven.[21]

Nederland

De besnijdenis van jongens, ook om andere dan medisch noodzakelijke redenen, is in Nederland een toegelaten medische ingreep.

Het parket bij de Hoge Raad is hier uitgebreid op ingegaan in een strafrechtelijke procedure op 5 juli 2011.[1] Als eerste merkt het parket op dat er geen wet is die de besnijdenis van jongens specifiek verbiedt en dat de ingreep evenmin valt onder (zware) mishandeling. Ook vermeldt de Hoge Raad dat jongensbesnijdenis doorgaans niet als genitale verminking wordt aangemerkt. Van opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel (art. 82 WvSr) kan onder normale omstandigheden eveneens geen sprake zijn bij een bekwaam en hygiënisch uitgevoerde besnijdenis in een kliniek. Omdat jonge kinderen geen zelfbeschikkingsrecht kunnen uitoefenen, worden ouders geacht dit voor hun kinderen te doen. Zij kunnen om een besnijdenis verzoeken en toestemming daarvoor geven op grond van hun ouderlijk gezag. Belangrijk daarbij is wel dat beide ouders hun toestemming verlenen.

Naar aanleiding van Kamervragen van Ayaan Hirsi Ali antwoordde toenmalig minister van Justitie Donner dat verwijdering van de voorhuid geen lichamelijk letsel genoemd kan worden, en dat het besnijden van jongens vooral gebeurt uit religieuze en hygiënische overwegingen.[22]

De KNMG stelt dat er goede redenen zijn voor een wettelijk verbod op niet-therapeutische circumcisie bij minderjarige jongens.[23] Zo is er volgens de KNMG geen overtuigend bewijs dat het zinvol of noodzakelijk is in het kader van preventie of hygiëne en zijn er risico's op medische en psychische complicaties. Volgens de KNMG is niet-therapeutische circumcisie bij minderjarige jongens in strijd met het recht op autonomie en het recht op lichamelijke integriteit van het kind.

De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg is het hier echter niet mee eens en is van mening dat de KNMG ten onrechte geen onderscheid maakt tussen jongens- en meisjesbesnijdenis en geen rekening houdt met godsdienstvrijheid en het recht van ouders hun kinderen naar eigen overtuiging groot te brengen.[24]

Vóór een verbod
Tegen een verbod

Noorwegen

In juni 2012 stelde de centrumrechtse Senterpartiet voor om circumcisie te verbieden voor mannen onder de 18 jaar nadat in de hoofdstad Oslo in mei een baby stierf aan de gevolgen van besnijdenis.[33]

In september 2013 publiceerden de Kinderombudsmannen van alle Noordse landen een verklaring[34] waarin ze opriepen tot een verbod op besnijdenis voor minderjarigen voor niet-medische redenen omdat dergelijke circumcisies zouden indruisen tegen de rechten van kinderen zoals vastgelegd in het Verdrag inzake de rechten van het kind met betrekking tot medezeggenschap en bescherming tegen schadelijke tradities.[35]

Een wetsvoorstel over rituele circumcisie van jongens werd aangenomen (met twee stemmen tegen) in het Noorse parlement in juni 2014 en de nieuwe wet trad op 1 januari 2015 in werking. Deze wet beschermt het recht van Joden op brit mila en verplicht de Noorse gezondheidszorgregio's om de moslimgemeenschap een veilige en betaalbare procedure aan te bieden. Lokale anesthesie moet worden toegepast en een gekwalificeerde arts moet aanwezig zijn tijdens de circumcisie, waar ziekenhuizen in maart 2015 mee begonnen.[7]

In mei 2017 stel de rechtse Fremskrittspartiet voor om circumcisie voor mannen onder de 16 te verbieden.[36]

Vóór een verbod

IJsland

In februari 2018 werd bekend dat het IJslandse parlement overwoog om de religieuze jongensbesnijdenis alleen toe te staan als een jongen oud genoeg is om de ingreep te begrijpen.[37] Het wetsvoorstel dat werd besproken in het IJslandse parlement, het Alding, stelde dat de fysieke integriteit van jonge jongens geschaad zou worden door de praktijk, die vaak zou worden uitgevoerd zonder verdoving en op een onhygiënische manier door religieuze leiders in plaats van door medische experts. Dit feiten werd gezien als onverenigbaar met het Verdrag inzake de rechten van het kind (1990) van de Verenigde Naties en het wetsvoorstel suggereerde maximaal zes jaar gevangenisstraf voor eenieder die het verbod zou overtreden.

Critici stellen dat het wetsvoorstel de godsdienstvrijheid ondermijnt of een vorm van antisemitisme of antimoslimhaat is omdat het de circa 250 Joden en 1500 moslims moeilijk zou maken om op IJsland te wonen. Silja Dögg Gunnarsdóttir van de Progressieve Partij, die het verbod had voorgesteld, repliceerde dat IJsland in 2005 al vrouwenbesnijdenis had verboden en "als we wetten hebben om besnijdenis voor meisjes te verbieden, dan zouden we die ook moeten hebben voor jongens.”[38] Op 25 maart 2018 hebben leden van Jews Against Circumcision gesproken in het Alþing ten gunste van een verbod en verwierpen beweringen dat dit gemotiveerd zou zijn door antisemitisme, anti-moslimhaat, xenofobie of anti-immigratiegevoelens.[39] Uiteindelijk werd het wetsvoorstel door de commissie voor juridische zaken tegengehouden en teruggestuurd naar de regering voor herziening.[40]

Vóór het voorgestelde verbod (maart 2018)
Tegen het voorgestelde verbod (maart 2018)

Zweden

In 2001 voerde de Rijksdag van Zweden een wet in die voortaan alleen personen die een door de Nationale Gezondheidsraad erkende opleiding hadden voltooid toestond om nog kinderen te besnijden. De wet bepaalt dat een medische arts of een anesthesiologische zuster de besnijder bijstaat en dat er voorafgaand aan de handeling verdoving moet worden toegediend. Na de eerste twee levensmaanden van het kind mag alleen een arts de besnijdenis uitvoeren. Het gestelde doel van de wet was om de veiligheid van de procedure te verbeteren.[41]

In oktober 2018 diende de rechtspopulistische partij Zweden Democraten in het parlement een wetsontwerp in voor een algeheel verbod op niet-medische jongensbesnijdenis, op grond van kindermishandeling. Op het jaarcongres van de Centrumpartij in september 2019 stemde een ruime meerderheid van 314 tegen 166 afgevaardigden ook voor een verbod op jongensbesnijdenis. Een aantal joodse en islamitische organisaties liet weten tegen een eventueel verbod te zijn.[42] De Linkse Partij heeft ook haar steun uitgesproken voor het verbieden van circumcisie voor jongens onder de 18 jaar; andere partijen hebben zich tot dusver niet ten gunste van een verbod uitgesproken, hoewel de Milieupartij De Groenen de praktijk wel problematisch vond.[43]

Vóór een verbod
Tegen een verbod
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.