Sveriges socialdemokratiska arbetareparti

De Socialdemokraterna ("De Sociaaldemocraten"), afgekort S, zijn een Zweedse centrumlinkse politieke partij. Officieel heten ze Sveriges socialdemokratiska arbetareparti ("Sociaaldemocratische Arbeiderspartij van Zweden"), afgekort SAP, maar deze naam en deze afkorting worden uiterst zelden gebruikt. Aan de verkiezingen neemt de partij deel als Arbetarepartiet-Socialdemokraterna ("Arbeiderspartij-Sociaal-democraten"). Als partijsymbool hebben de sociaaldemocraten de rode roos, naar een idee van Fredrik Ström.

Socialdemokraterna
Personen
PartijleiderStefan Löfven
Mandaten
Zetels
100 / 349
Geschiedenis
Opgericht1889
Algemene gegevens
Actief inZweden
HoofdkantoorSveavägen 68, Stockholm
RichtingCentrumlinks
IdeologieSociaaldemocratie
KleurenRood
JongerenorganisatieSveriges socialdemokratiska ungdomsförbundet
Internationale organisatieSocialist International
Europese fractiePES
Websitewww.socialdemokraterna.se
Portaal    Politiek

S is opgericht in 1889 en is daarmee de oudste partij van Zweden. Ze heeft ongeveer honderdduizend leden.

Tussen 1940 en 1998 kreeg S telkens tussen de 40 en 55% van de stemmen bij de verkiezingen. Dat maakt de partij tot een van de succesvolste ter wereld. Kiezers komen uit brede lagen van de samenleving. Een groot deel van het kiezerskorps bestaat uit fabrieksarbeiders. In het gebied rond Stockholm staat de partij traditioneel niet erg sterk. In de verkiezingen van 2006 haalde S er slechts 23%. Het resultaat over heel Zweden van 2006 (35%), was het laagste dat de partij ooit heeft gehaald sinds de invoering van het algemeen stemrecht. Vooral de stem van gepensioneerden en arbeiders leken de sociaaldemocraten verloren te hebben ten opzichte van de vorige stembusslag.

Geschiedenis

De strijd voor algemeen stemrecht

Sveriges socialdemokratiska arbetareparti werd gesticht op 23 april 1889 en is daarmee Zwedens oudste partij. Eerder in de jaren 1880 zijn al socialistische kranten opgericht in Zweden. In het begin zijn de Zweedse sociaaldemocraten sterk beïnvloed door hun Duitse geestverwanten. Na enige tijd gaat men niet langer naar revolutie, maar naar deelname aan verkiezingen streven. Zo wil men tot hervormingen ten gunste van de arbeiders komen. 1896 is niet alleen het jaar waarin S zijn eerste voorzitter, Claes Tholin krijgt, maar ook het jaar waarin de latere minister-president Hjalmar Branting met liberale steun in de Riksdag komt.

Aan het begin van de 20e eeuw is de strijd voor algemeen stemrecht het belangrijkste sociaaldemocratische programmapunt. Men strijdt hiervoor aan de zijde van de liberalen, met wie men zelfs een coalitieregering zal vormen. Wanneer het algemeen stemrecht – ook voor vrouwen – er in 1921 uiteindelijk komt, wordt de samenwerking echter stopgezet. Ondertussen rommelt het intern bij S. De radicale linkse vleugel van de partij stapt op en richt de Sveriges socialdemokratiska vänsterparti ("Sociaaldemocratische Linkse Partij van Zweden") op. Die wordt in 1921 hernoemd tot Kommunistische Partij.

Grondslagen voor de sociale welvaartsstaat

De verwachtingen na de afkondiging van het algemeen stemrecht zijn hooggespannen, doch de verwachte parlementaire meerderheid voor de sociaaldemocraten komt er niet. In de jaren 1920 vormt S een aantal minderheidsregeringen die steeds erg zwak blijven.

De context van het begin van de jaren dertig is die van een wereldwijde crisis en een massawerkloosheid. In 1932 vormen de sociaaldemocraten samen met de Bondeförbundet ("Boerenbond") een regering onder Per Albin Hansson, die tot 1946 minister-president zal blijven. De regering voert een politiek om de crisis in te dijken en legt zo de basis voor de sociale welvaartsstaat.

Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vertraagt voornoemd project. De meeste Zweedse partijen – ook de centrumrechtse – slaan de handen ineen om een oorlogskabinet te vormen, nog steeds onder leiding van Hansson.

De grote naoorlogse successen

Het kabinet van nationale unie komt in 1945 tot zijn einde. Daarna volgt een tegenstelling tussen sociaaldemocraten en de burgerlijke partijen. Tage Erlander kan de sociaaldemocratische minderheidsregering voortzetten en de bouw van de welvaartsstaat voltooien. Een lange regeerperiode ligt nu voor de sociaaldemocraten in het verschiet, in de verkiezingen van 1968 haalt S zelfs een meerderheid van de stemmen. Uiteindelijk zullen het de grondwetswijziging van 1971, de oliecrisis in hetzelfde jaar en een discussie over kernkracht de partij de das om doen bij de stembusgang van 1968.

Na zes jaar heroveren de sociaaldemocraten onder Olof Palme de regeringsmacht. In 1986 wordt Palme omgebracht, een schok voor de partij en het land, en volgt Ingvar Carlsson op. In 1990 gaat Zweden gebukt onder een zware economische crisis. Carlsson en zijn regering moeten pijnlijke maatregelen nemen, waarvoor ze bij de verkiezingen van 1991 de laan zullen uitgestuurd worden. Een centrumrechtse coalitieregering neemt de touwtjes nu in handen.

In 1994 slagen de sociaaldemocraten er opnieuw in een minderheidsregering te vormen. In datzelfde jaar regelt de partij het Zweedse lidmaatschap van de Europese Unie. Over die kwestie is de partij echter diep verdeeld. Die verdeeldheid zal opnieuw aan de oppervlakte komen in 2003, bij het referendum over deelname aan de gemeenschappelijk euromunt. Bij de verkiezingen van 2006 haalt S haar slechtste resultaat sinds 1914. Een minderheidsregering met groene en linkse steun zit er niet langer in. Premier Göran Persson staat het leiderschap af en wordt opgevolgd door Mona Sahlin.

Sinds 2007 maakt de partij deel uit van de rood-groene alliantie in Zweden. De parlementsverkiezingen van 2010 brengen S electoraal geen beterschap. Met 30,8% van de Zweedse stemmen bereiken de sociaaldemocraten opnieuw een historisch dieptepunt. De partij verliest met dat resultaat 17 zetels in het parlement.[1]

Op 21 januari 2012 trad Håkan Juholt na 302 af als lijsttrekker, vanwege tegenvallende resultaten in de peilingen.[2]

Ideologie

De Zweedse sociaaldemocraten mogen geplaatst worden binnen de revisionistische strekking van het marxisme, die vaak als sociaaldemocratie wordt getypeerd. Men is voorstander van de sociale welvaartsstaat en een progressieve inkomstenbelasting. Recent draagt men ook feminisme en gelijkheid uit, alsook de strijd tegen discriminatie en racisme.

Verkiezingsuitslagen

Onderstaande grafiek toont de ontwikkeling van het stemmenpercentage van de Zweedse sociaaldemocratische partij.

Partijleiders

Leden (32): Socialistische Partij Anders (sp.a) · Parti Socialiste (PS) · Bǎlgarska Socialističeska Partija (BSP) · Κίνημα Σοσιαλδημοκρατών (EDEK) · Socialdemokraterne (SD) · Sotsiaaldemokraatlik Erakond (SDE) · Suomen Sosialidemokraattisen Puolue (SDP) · Parti Socialiste (PS) · Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD) · Panellinio Sokialistiko Kinima (PASOK) · Magyar Szocialista Párt (MSZDP) · Labour Party (PLO) · Partito Socialista Italiano (PSI) · Latvijas Sociāldemokrātiskā Strādnieku Partija (LSDSP) · Lietuvos Socialdemokratu Partija (LSDP) · Letzeburger Socialistesch Arbechterpartei (LSAP) · Partit Laburista (PL) · Partij van de Arbeid (PvdA) · Det Norske Arbeiderpartiet · Sozialdemokratische Partei Österreichs (SPÖ) · Sojusz Lewicy Demokratycznej - Unia Pracy (SLD-UP) · Partido Socialista · Partidul Social Democrat (PSD) · Socialni Demokrati (SD) · SMER - sociálna demokracia · Partido Socialista Obrero Español (PSOE) · Česká Strana Sociálně Demokratická (ČSSD) · Sveriges socialdemokratiska arbetareparti · Labour Party (LP) · Páirtí Sóisialta Daonlathach an Lucht Oibre (SDLP) · Pàrtaidh Làbarach na h-Alba (PLA) · Llafur Cymru (LC)
Partijvoorzitters:Wilhelm Dröscher · Robert Pontillon · Joop den Uyl · Vítor Constâncio · Guy Spitaels · Willy Claes · Rudolf Scharping · Robin Cook · Poul Nyrup Rasmussen
Fractievoorzitters EP:Guy Mollet · Hendrik Fayat · Pierre Lapie · Willi Birkelbach · Käte Strobel · Francis Vals · Georges Spénale · Ludwig Spénale · Ernest Glinne · Rudi Arndt · Jean-Pierre Cot · Pauline Green · Enrique Baron Crespo · Martin Schulz
Fracties EP:Fractie van de Socialisten (S) ('53-'58) · Socialistische Fractie (SOC) ('58-'93) · PES ('93-'09) · Socialisten en Democraten (S&D) ('09)
Voorloper:Confederatie van Socialistische Partijen van de Europese Gemeenschap (CSPEG)
Commissarissen Juncker:Neven Mimica · Corina Crețu · Maroš Šefčovič · Frans Timmermans · Pierre Moscovici · Karmenu Vella · Vytenis Andriukaitis · Federica Mogherini
Leden Europese Raad:Werner Faymann · Helle Thorning-Schmidt · François Hollande · Robert Fico · Matteo Renzi · Joseph Muscat · Zoran Milanović · Stefan Löfven · Bohuslav Sobotka
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.