Lichamelijke integriteit

Lichamelijke integriteit, ook wel lichamelijke onschendbaarheid, lichamelijke onaantastbaarheid of onaantastbaarheid van het lichaam genoemd, is een juridisch principe dat de onschendbaarheid van het menselijk lichaam omvat. Het betekent dat iedere persoon zelf beslist wat er wel of niet met het eigen lichaam gebeurt, wie het aanraakt of welke handelingen worden uitgevoerd.

Lichamelijke integriteit wordt tot de mensenrechten gerekend en het is in de grondwetten en wetgevingen van veel staten opgenomen. Soms worden er op het principe enkele wettelijke uitzonderingen gemaakt wanneer er andere principes zijn die belangrijker worden geacht dan de volledige lichamelijke integriteit van ieder persoon voor de bestwil van de persoon zelf of in het belang van anderen, zoals de ouders of de samenleving (bijvoorbeeld de volksgezondheid of de religieuze plichten van een geloofsgemeenschap). Voorbeelden hiervan zijn vaccinatie, circumcisie, vrouwelijke genitale verminking of "huwelijksplicht" . De geldigheid van deze uitzonderingen is echter omstreden en niet elke bepleite uitzondering vindt altijd en overal evenveel acceptatie dan wel weerstand.

Nederlandse wetgeving

De onschendbaarheid van het menselijk lichaam is in de Nederlandse Grondwet opgenomen als artikel 11. Hierin staat: Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.[1] Volgens de Nederlandse wet geldt dit zelfbeschikkingsrecht ook na de dood van een persoon. Ook in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie wordt in artikel 3 de lichamelijke (en geestelijke) integriteit opgenomen.[2]

Zoals in de Grondwet wordt vermeld, worden in meerdere andere wetten verschillende uitzonderingen op schending van de lichamelijke integriteit vastgesteld. Zo staat in de Politiewet vermeld dat de politie bijvoorbeeld onder bepaalde voorwaarden wel mag fouilleren en daarbij het lichaam mag aanraken. Of dat er een bloed- of ademtest gedaan mag worden bij verdenking van rijden onder invloed van alcohol of drugs. In de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) staat vermeld dat artsen en verpleegkundigen alleen na het sluiten van een behandelingsovereenkomst zorg mogen verlenen aan patiƫnten. Alleen in hele specifieke gevallen mag daarbij zonder toestemming van de patiƫnt worden ingegrepen, bijvoorbeeld om een zware handicap of overlijden te voorkomen.[3]

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.