Hernse Bijbel

De Hernse Bijbel was de eerste nagenoeg complete Bijbel in een Europese volkstaal. Hij is in de tweede helft van de 14e eeuw tot stand gekomen in het kartuizerklooster van Herne en staat ook onder andere benamingen bekend: Zuid-Nederlandse Historiebijbel, Historiebijbel van 1360, Historiebijbel van 1361, Eerste Historiebijbel, Vlaamse Historiebijbel. Het betreft een invloedrijke Middelnederlandse vertaling gebaseerd op de Vulgaat. De toeschrijving aan de kartuizer monnik Petrus Naghel is omstreden, anderen noemen de auteur de Bijbelvertaler van 1360.

De tekst bevat de historische boeken van de Bijbel en werd uitgebreid met diverse niet-Bijbelse verhalen (naar het 12e-eeuwse Latijnse voorbeeld van de Historia Scholastica van Petrus Comestor).

De Hernse Bijbel is gemaakt in opdracht van de welgestelde Brusselse patriciër Jan Tay(e). Midden 15e eeuw zal de Hernse Bijbel als basis dienen voor het eerste gedrukte Nederlandstalige boek, de zogenaamde Delftse Bijbel.

Petrus Naghel begon in 1359 aan zijn Bijbelvertaalwerk. Het eerste deel werd voltooid in 1360 en bestond uit:

Het tweede deel werd voltooid in 1361 en bestond uit:

Uit de invoering van teksten over Alexander de Grote en over de verwoesting van Jeruzalem, blijkt dat Naghel wel degelijk een historiebijbel wilde produceren.

Een derde deel kwam tot stand tussen 1361 en 1372 en omvatte de 'vijf boeken van Salomo':

Deze vijf boeken zijn in de meeste handschriften ingevoegd tussen Job en Alexander, maar de vertaling gebeurde wel degelijk na de historische boeken van het Oude en Nieuwe Testament.

Naghel maakte ook een vertaling van de Psalmen, maar de datum van vertaling is niet bekend.

Waarschijnlijk in 1383 vertaalde Naghel ook nog volgende boeken:

Naghel kwam zo heel dicht bij een complete Bijbel in het Middelnederlands. Opmerkelijke afwezigen zijn de Brieven uit het Nieuwe Testament en de Openbaring van Johannes. I en II Kronieken sloeg Naghel over, omdat de inhoud daarvan al in de boeken van de Koningen te vinden was.

Het handschrift van de Hernse Bijbel werd na 1361 vele malen overgeschreven, voornamelijk in de Noordelijke Nederlanden aangezien er zo'n 45 handgeschreven afschriften tot op onze tijd bewaard zijn gebleven.

Het vertaalwerk ondervond veel tegenstand vanuit de Roomse Kerk, wat vooral in de Zuidelijke Nederlanden tot uitdrukking kwam. In de vertaling verdedigt Petrus Naghel zich tegen de aantijgingen van sommige geestelijken uit zijn tijd.

Literatuur

  • Kors, Mikel M. Guyart Desmoulins' Bible historiale, voorbeeld van de Historiebijbel van 1361?, in: Millennium. Tijdschrift voor middeleeuwse studies, 18 (2004), 41-53, 1 ill.
  • Kors, Mikel M. De genese van de Historiebijbel van 1361. De bewerkingstechniek in Genesis 1-3, in: Nederlandse letterkunde, 8 (2003), 217-255.
  • Kors, Mikel M. Job en Psalmen binnen het oeuvre van de Bijbelvertaler van 1360. Naar aanleiding van de veertiende-eeuwse handschriften met de Zuid-Nederlandse Bijbelvertaling, in: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde, 119 (2003), 20-39, 1 ill.
  • Kors, Mikel M. Religieuze en maatschappelijke factoren bij middeleeuwse tekstproductie. De Franse en Nederlandse Historiebijbel in de veertiende eeuw, in: Nederlandse letterkunde, 8 (2003), 281-295, 3 ill.
  • Kors, Mikel M. De Historiebijbel van 1361. Een poging tot reconstructie, in: Ons geestelijk erf, 76 (2002), 3-14
  • Erik Kwakkel, "Die Dietsche boeke die ons toebehoeren". De kartuizers van Herne en de productie van Middelnederlandse handschriften in de regio Brussel (1350-1400). With an English summary. Leuven, Peeters Publishers, 2002. 24 x 16 cm, X-316 p. + 60 afb. (= Miscellanea Neerlandica, 27). ISBN 90-429-1186-7.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.