Nieuwe Bijbelvertaling

De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) is een oecumenische Bijbelvertaling in het Nederlands uit 2004. Deze is een van de officiële Bijbelvertalingen van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De andere twee zijn de Statenvertaling en de NBG 1951.

Nieuwe Bijbelvertaling
De Nieuwe Bijbelvertaling, opengeslagen bij Jesaja 1
TaalNederlands
UitgeverNederlands Bijbelgenootschap
Katholieke Bijbelstichting
Uitgegeven2004
Portaal    Christendom

Voorbereiding

Het besluit een nieuwe, interconfessionele Bijbelvertaling te maken werd in 1989 genomen door de Raad voor Contact en Overleg betreffende de Bijbel. In 1993 begon het vertaalwerk, dat werd uitgevoerd door het Nederlands Bijbelgenootschap, de Katholieke Bijbelstichting, het Vlaams Bijbelgenootschap en de Vlaamse Bijbelstichting. Het is een geheel nieuwe vertaling van de Bijbel vanuit de talen waarin de Bijbel geschreven is. Men heeft geprobeerd enerzijds trouw te zijn aan de oorspronkelijke tekst, anderzijds alleen in het Nederlands gebruikelijke woorden en zinsconstructies te gebruiken ('brontekstgetrouwheid' en 'doeltaalgerichtheid'). Elk Bijbelboek werd vertaald door een vertaalkoppel dat bestond uit een kenner van de brontaal (oud- of nieuwtestamenticus) en een kenner van de Nederlandse taal (neerlandicus, vertaalwetenschapper of dichter).

In 1998 verscheen een selectie van Bijbelboeken in deze vertaling onder de naam "Werk in uitvoering". Dit veroorzaakte veel discussie. In 2000 verscheen deel 2 met de Bijbelboeken Genesis, Zacharia, Tobit, Marcus, 1 Korintiërs en Openbaring. In december 2003 verscheen "Werk in uitvoering 3" waarin de teksten van Ruth, Amos, de Wijsheid van Jezus Sirach en Lucas zijn opgenomen. In de boeken Werk in uitvoering wordt bovendien uitvoerig ingegaan op vertaalkeuzes die men bij de besproken boeken heeft gemaakt.

Edities

Op woensdag 27 oktober 2004 werd de Nieuwe Bijbelvertaling officieel gepresenteerd in De Doelen in Rotterdam. Bij die gelegenheid las koningin Beatrix de eerste tien verzen van Genesis 1 voor. Verschillende boekhandels in Nederland hielden speciale openingstijden. De eerste en tweede druk waren binnen een week uitverkocht. Op 29 oktober 2004 werd de NBV in Antwerpen gepresenteerd.

De eenvoudigste editie van de Nieuwe Bijbelvertaling toont op de omslag de beginwoorden van Genesis (Hebreeuws: בְּרֵאשִׁית בָּרָא אֱלֹהִים, Beresjit bara Elohim) en Johannes (Grieks: Ἐν ἀρχῇ ἦν ὁ λόγος, En archè èn ho Logos). Beide boeken beginnen met dezelfde woorden: In het begin.

Van de Nieuwe Bijbelvertaling waren verschillende edities verkrijgbaar: een standaardeditie met en zonder deuterocanonieke boeken, een huisbijbel, een katholieke editie met de deutorocanonieke boeken in de volgorde van de katholieke canon, een kerkbijbel, een literaire editie (zonder versnummers), een kanselbijbel, een paralleleditie (links Statenvertaling, rechts NBV), een cd-romuitvoering en een downloadbare editie. Sinds 17 juni 2006 is de Jongerenbijbel verkrijgbaar, en sinds oktober 2008 de Studiebijbel. In de jaren daarna zijn er nog meer uitvoeringen verschenen.

Drukken

Vanaf 2004 zijn er doorlopend algemene correcties doorgevoerd en zetfouten gecorrigeerd. In 2007 is de tekst van de Nieuwe Bijbelvertaling aangepast aan de officiële spelling van de Woordenlijst Nederlandse Taal (het Groene Boekje). Ook is toen op een klein aantal plaatsen de tekst herzien naar aanleiding van opmerkingen van lezers.[1]

In 2021 wordt een grondig gereviseerde versie van de Nieuwe Bijbelvertaling verwacht.

Vertaling

Het begin van Genesis 1 in de NBV

Brontekst

De brontekst van de NBV is afkomstig uit drie uitgaven van de Deutsche Bibelgesellschaft.

  • Voor het Oude Testament is een vertaling gemaakt van de Biblia Hebraica Stuttgartensia, red. K. Elliger en W. Rudolph, Stuttgart 1997 (5e druk), de Masoretische tekst van het handschrift Codex L uit 1008. Waar de tekst onbegrijpelijk is, wordt gebruikgemaakt van de Septuagint en de Dode-Zeerollen.
  • Voor de Deuterocanonieke boeken is een vertaling gemaakt van de Septuaginta, Vetus Testamentum Graecum Auctoritate Academiae Scientiarum Gottingensis editum, geredigeerd door A. Ralphs, W. Kappler e.a., Göttingen 1931-heden (Göttinger Ausgabe).[2] Voor zover deze niet beschikbaar was is de handeditie van Rahlfs gebruikt.
  • Voor het Nieuwe Testament is het Novum Testamentum Graece, Nestle-Aland 27e editie uit 2001 gebruikt. Dit is een tekstkritische editie, gebaseerd op honderden Griekse en tientallen Latijnse teksten.[3] Wanneer recente tekstvondsten consequenties hebben voor de betekenis, worden die bij de vertaling betrokken.

Methoden

De vertaling werd uitgevoerd door een team van vertalers, waarbij elk Bijbelboek door een vertaalkoppel werd vertaald: een brontaalkenner en een neerlandicus/neerlandica of - als er sprake is van een poëtische tekst - dichter. Zo werd ernaar gestreefd de vertaling goed te laten aansluiten bij hedendaags Nederlands. De vertaling werd gecontroleerd door supervisoren uit verschillende kerken en door een Vlaams lezerspanel dat ervoor zorgde dat de vertaling geen constructies bevatte die alleen gebruikt worden door Nederlanders (zogenaamde hollandismen).

Uitgangspunt

De vertaalprincipes van de NBV zijn: brontekstgetrouw en doeltaalgericht.

Brontekstgetrouw wil zeggen, dat de Nederlandse tekst moet weergeven wat in de grondtaal bedoeld wordt. De brontekst is niet woordelijk vertaald, want daarmee zou het resultaat juist verder van de betekenis af komen te staan. Brontekstgetrouw houdt ook in, dat getracht wordt in dezelfde stijl als de oorspronkelijke Bijbeltekst te schrijven: als de tekst in het Hebreeuws of Grieks poëtisch, hoogdravend of juist simpel van taal is, dient de vertaling dat ook te zijn.

Met doeltaalgericht wordt bedoeld, dat men goed Nederlands schrijft, en Hebreeuwse, Aramese of Griekse zinsconstructies of spreekwoorden door een Nederlands gezegde met dezelfde betekenis vervangt. De lezer moet geen hinder hebben van eigenschappen van de oorspronkelijke talen. De NBV vermijdt bijvoorbeeld hebraïsmen zoals de Hebreeuwse genitief, die in oudere vertalingen zoals de Statenvertaling veelvuldig voorkomen.

Voetnoten

Waar bijvoorbeeld de NBG51 een tekst tussen vierkante haken zette omdat die waarschijnlijk niet in de oorspronkelijke tekst stond, vermeldt de NBV hem in een voetnoot. Zo ook het Comma Johanneum, al bestaat van deze glosse alleen een Latijns origineel.

In veel oudere vertalingen, met name in de Statenvertaling, staan veel verwijzingen naar parallelteksten direct bij de paragraaf in kwestie. Dit is een rijke bron om de samenhang van de verschillende Bijbelse uitspraken en verhalen beter te kunnen begrijpen, precies op de plaats waar de lezer dat nodig heeft. De NBV heeft deze verwijzingen bij de paragrafen zelf verwijderd en ze achter in de Bijbel opgenomen. Daar vindt de lezer ook een verklarende woordenlijst. In sommige uitgaven van de NBV zijn de dwarsverwijzingen wel onderaan de pagina opgenomen.

Namen

De namen van personen worden geschreven zoals de Bijbelgenootschappen in 1988 overeengekomen zijn.[4] Daarbij kwam men tot de conclusie dat deze afspraken nog eens geëvalueerd moeten worden.[5]

Kritiek

Er kwam kritiek op de nieuwe vertaling toen bleek dat termen als "kribbe" en "zondebok" vervangen werden door "voederbak" en "bok"[6]. Omdat in de originele teksten nergens sprake was van een café of herberg verdween die, er staat nu "er was voor hen nergens plaats".[7] Het Bijbelgenootschap heeft enige tijd het woord "voederbak" gebruikt in de url van een website met vertaalnotities bij de Nieuwe Bijbelvertaling.[8] Zoals dat ook het geval was met de NBG51, zijn er mensen die in de NBV nauwelijks de hun vertrouwde Bijbel meer herkennen en dit uiten in niet mis te verstane bewoordingen.[9] Het woord dat gekozen is voor melaatsheid (Hebreeuws: tsara'aat; Grieks lepra), huidvraat, deed ook aanvankelijk vraagtekens ontstaan.[10]

Verband tussen Oude en Nieuwe Testament

De NBV vertaalt het Oude Testament zoals het er ligt, dus niet vanuit de optiek van het Nieuwe. Voor de gelegenheden waar het Oude Testament geciteerd wordt in het Nieuwe geldt dat die om meerdere redenen soms moeilijk herkenbaar kunnen zijn: het citaat komt uit de Septuagint en die wijkt af van de Masoretische tekst of het citaat is door de Nieuw-Testamentische schrijver aangepast aan zijn bedoeling ermee. De regel van de NBV is dat de context waarin geciteerd wordt, boven de oorspronkelijke context van het citaat gaat.[11] Volgens critici zijn veel citaten onherkenbaar geworden.

Te vrij

Ook wordt er bezwaar tegen gemaakt dat de gebruikte vertaalmethode (aangepaste dynamische equivalentie; dat wil zeggen begrip voor begrip, niet per se woord voor woord) niet wetenschappelijk wordt verantwoord en dat bij herhaling een 'Handboek', waarin de vertaalregels zijn vastgelegd, als bron wordt geciteerd, terwijl de tekst daarvan door het Nederlands Bijbelgenootschap niet wordt vrijgegeven.

Minder concordant

De Nieuwe Bijbelvertaling is minder vaak concordant[12] dan de oudere vertalingen. Concordant vertalen betekent dat men hetzelfde woord in de grondtekst steeds met hetzelfde Nederlandse woord vertaalt. Het uitgangspunt is dat elk woord meer betekenissen heeft; en dat het maar weinig voorkomt dat twee woorden precies hetzelfde betekenen in twee talen. Voorbeelden zijn wet of vlees in de Romeinenbrief. Door per tekst te kijken welke betekenis de woorden hebben, geeft het Nederlands de betekenis zo precies mogelijk weer. Nadeel is echter dat theologische begrippen vlees of wet minder zichtbaar worden, en ook is niet langer zichtbaar hoe Paulus met deze woorden speelt.

JHWH

De onuitspreekbare Naam van God[13] is ondanks veel reacties uiteindelijk gewoontegetrouw weergegeven met HEER, zoals ook in de Septuagint gebeurde (Kyrios) en in oudere Bijbels (HERE of HEERE). Voorgesteld zijn onder meer De Eeuwige, de Aanwezige, de Levende, De Enige, De Betrokkene, JHWH. De Studiebijbel 2008 geeft JHWH. De kritiek hierop is:

  1. Heer is exclusief mannelijk, terwijl JHWH sekseneutraal is
  2. Heer heeft de connotatie heerser
  3. Heer doet geen recht aan de betekenissen van JHWH
  4. Een eigennaam vertaal je niet
  5. Jezus wordt ook Heer genoemd
  6. Een beroep op de traditie is een beroep op de – niet-gezaghebbende – Septuagint[14]

Inclusief

In de visie van de NBV zijn veel vertalingen cultureel bepaald, waardoor vrouwen onzichtbaar blijven. De NBV wil echter nadrukkelijk vrouwen niet buitensluiten. Voorbeelden zijn:

  • Waar mannen en vrouwen samen aangesproken worden, gebruikt het Grieks het mannelijk meervoud. In de brieven van Paulus richt hij zich vaak tot adelfoi, letterlijk broeders, in de NBV wordt dat vertaald met Broeders en zusters.[15]
  • In Handelingen 1:16 wordt zelfs andres adelfoi (mannen broeders) vertaald met broeders en zusters; ook dit is correct, zie vers 14 - een moderne Nederlander zou een gemengd gezelschap nooit serieus aanspreken met mannen broeders.
  • De NBG51 heeft de vrouwennaam Junia in Romeinen 16:7 vertaald met een (niet-bestaande) mannennaam Junias. In de NBV mag Junia met haar eigen naam onder de apostelen in aanzien zijn.
  • In Efeziërs 5:22 laat de NBG51 midden in een zin een nieuwe paragraaf beginnen. De NBV heeft de twee zinsdelen ("wees elkander onderdanig, (...) de vrouwen aan de mannen") weer bij elkaar gezet, zodat zichtbaar wordt dat de opstelling van vrouwen naar hun man een verbijzondering is van de gewenste instelling van een christen in het algemeen.

Hoofdletters

Hebreeuws en Aramees maken geen verschil tussen hoofd- en kleine letters. Dit is evenmin het geval in oudere Griekse handschriften van het Nieuwe Testament, aangezien deze zonder uitzondering gebruik maken van unciaal schrift. De hoofdletters in de NBV volgen de regels van het Nederlands. Sedert de 18e eeuw is men steeds meer hoofdletters gaan gebruiken om eerbied te tonen, de eerbiedskapitalen. De NBV gebruikt deze hoofdletters summier. Er worden geen hoofdletters gebruikt voor voornaamwoorden (hij, zijn, zich), ook niet als ze op God betrekking hebben. Ook worden geen hoofdletters gebruikt voor woorden uit de godsdienst, zoals tempel, ark enzovoorts.[16] Dit wordt door sommigen oneerbiedig gevonden.

Acceptatie in de kerken

Gebruik in de katholieke liturgie

Het was aanvankelijk de bedoeling dat deze vertaling in oktober 2004 de NBG- en de Willibrordvertaling zou aflossen. Toch werd besloten dat deze beide vertalingen zullen blijven bestaan. Vooral de Willibrordvertaling wordt sinds de herziene uitgave in 1995 meer gebruikt, ook onder protestanten. De Rooms-Katholieke Kerk heeft besloten de NBV niet te gebruiken in de liturgie, waar het voorgeschreven lectionarium gebaseerd is op de Willibrordvertaling van 1978 met het imprimatur van 1980.

Gebruik in de Protestantse Kerk in Nederland

De Nieuwe Bijbelvertaling werd in 2004 in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) vrijgegeven ter beproeving. Tijdens de protestantse synode van 22 en 23 april 2010 werd de NBV met een ruime meerderheid (van de 146 aanwezige leden stemden slechts 16 tegen; anderen vroegen uitstel) verkozen als een van de officiële Bijbelvertalingen van de PKN. Het heeft daarmee een predicaat dat gelijk is aan dat van de Statenvertaling en de NBG-vertaling van 1951; een van deze drie moet "bij voorkeur" worden gebruikt in de erediensten van de bij de PKN aangesloten kerken; andere vertalingen zijn overigens niet verboden. Critici binnen de PKN vonden de tekst te ver van de brontekst afstaan en meenden er te veel nieuwe, subjectieve inkleuring in te zien. Voorstanders wezen op de in hun ogen al bestaande brede acceptatie onder 'gewone' gelovigen.

Studiebijbels

In 2008 werd door het NBG en de KBS een Studiebijbel uitgegeven. Ook hieraan is in teamverband gewerkt. De Studiebijbel bevat de tekst van de NBV, met dit verschil dat ze in plaats van Heer (in kleinkapitaal) de letters JHWH geeft. Verder zijn er gekleurde kaarten, inleidingen, kaderartikelen, extra voetnoten, enzovoort. Voor sommige christenen is de Studiebijbel te vrij. Zo wordt er bijvoorbeeld in gezegd dat 2 Timotheüs een fictieve situatie beschrijft. In 2009 kwam een tweede Studiebijbel uit die een meer traditionele lijn volgt, de Studiebijbel in perspectief.

Revisie

In 2009 kondigden het Nederlands Bijbelgenootschap en de Katholieke Bijbelstichting een herziening aan, waarin kritiek op de Nieuwe Bijbelvertaling zou worden gewogen. In 2014 is het Nederlands Bijbelgenootschap hiermee begonnen.[17] De vertaalmethode blijft dezelfde, maar de revisie wil de NBV op bepaalde punten aanscherpen en bijstellen. Op vrijwel elke bladzijde worden veranderingen doorgevoerd.[18]

Literatuur

  • Klaas Spronk, Het verhaal van een vertaling. De totstandkoming van de Nieuwe Bijbelvertaling, Heerenveen 2005.
  • Klaas Spronk e.a. (red.), De Bijbel vertaald. De kunst van het kiezen bij het vertalen van de bijbelse geschriften, Zoetermeer 2007.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.