Getijdenboek van Filips de Goede

Het Getijdenboek van Filips de Goede is een uit de late 15e eeuw daterend rijkgeïllustreerd getijdenboek dat toebehoorde aan Filips de Goede. Het werd in zijn opdracht gemaakt tussen 1445 en 1460 in Oudenaarde en verder afgewerkt omstreeks 1500 in Brugge. Het wordt nu bewaard in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, als ms. 76 F 2.

Jan Tavernier, Getijdenboek van Filips de Goede, Maria lactans f245r.

Vorm

Het boek is vrij groot voor een getijdenboek, het meet 268 x 187 mm. Het bestaat, zonder de schutbladen, uit 348 perkamenten folia genummerd van I tot XIII en van 1 tot 328, een niet genummerd folium vooraan en achteraan en de folia genummerd 53a, 53b, 152a, 194a en 284a. Het tekstblok meet 165 x 110 mm en bestaat uit één kolom van 20 lijnen. De tekst is geschreven in een Bourgondische batarde (cursief) door Jean Miélot, secretaris van de hertog. Het boek is gedeeltelijk in het Frans en gedeeltelijk in het Latijn geschreven. De getijden zijn volgens het liturgisch gebruik van Rome[1].

Het handschrift is zeer uitbundig verlucht, het bevat 153 miniaturen en 12 kalendervignetten. De verluchting is volledig in grisaille uitgevoerd. Het is nog steeds ingebonden in een bruine lederen band van omstreeks 1500, gemaakt door Antoine de Gavere en Johannes Guillebert, beiden uit Brugge. Het werd verlucht door Jan Tavernier[2][3] uit Oudenaarde.

Geschiedenis

Men heeft lang gedacht dat dit getijdenboek het werk was dat vermeld wordt in de archieven van de hertog van 1455. Hierin was een kwijting te vinden op naam van Jan Tavernier, “historieur et enlumineur, demourant en nostre ville d’Oudenarde”, voor het maken van een kalvarie en een Maagd met Kind evenals 230 miniaturen “de noir et de blanc”, in grisaille dus.[4] Volgens een artikel[5] van de Koninklijke Bibliotheek heeft recent onderzoek uitgewezen dat het betrokken kwijtschrift moet gaan over een ander getijdenboek uit de bibliotheek van Filips de Goede. Filips is wel met nagenoeg zekerheid aan te wijzen als de opdrachtgever gezien hij achtmaal biddend in het handschrift werd afgebeeld en zijn motto 'Aultre-narray' tweemaal is neegeschreven in dit getijdenboek.[6] (Den Haag, Koninklijke Bibliotheek) Het handschrift is na de dood van Filips, vermoedelijk rond 1500 uitgebreid met teksten en miniaturen, 39 in totaal. Die worden toegeschreven aan een anonieme meester met als noodnaam de 'Meester van de gebedenboeken omstreeks 1500'. Nadien zijn we elk spoor van het boek kwijt.

Het boek duikt terug op bij de veiling in Mons van de bibliotheek van mevrouw de Montfort, kanunnikes bij de collegiale Sint Waltrudis kerk in Mons. Het wordt gekocht door de historicus Georges-Joseph Gérard (1734-1814) en in 1818 verkoopt diens weduwe zijn collectie aan Willem I. De collectie van Gérard werd voor 7000 gulden verkocht aan het rijksarchief en in 1832 overgebracht naar de KB samen met meer dan 400 andere handschriften uit de collectie van Gérard.

Inhoud

Samengevat krijgen we volgende inhoudslijst:

  • fir-fxiiv: Kalender
  • f1r-f53v: Diverse gebeden
  • f54r-f113r: Getijden en missen voor elke dag in de week
  • f113r-f115v: Diverse gebeden
  • f116r-f152v: Mariagetijden
  • f153r-160r: Boetepsalmen
  • f160r-f168v: Litanie van alle heiligen en gebeden
  • f169r-f208v: Officie van de doden
  • f209r-f210v: Gebed tot Gregorius de Grote
  • f211r-f215r: Lezingen uit de vier evangelies
  • f215r-220v: Gebeden voor dagelijks gebruik
  • f221r-f243v: Passiegetijden en gebeden tot het kruis en de doornenkroon
  • f244r-f284v: Suffragia
  • f285r-f293v: Gebeden tot de Maagd Maria
  • f293v-f327r: Diverse gebeden.

Diverse gebeden

Het getijdenboek zoals het nu voorligt, heeft een vrij eigenaardige opbouw. Na de kalender volgen een aantal gebeden, psalmen, een collecta, antifonen verzen en responsen, en een kantiek, alles bij elkaar de opbouw van een getijde, hoewel er één Frans gebed tussen zit: “Memoire pour dire quant on veust cheminer ou partir” voor als men op reis vertrekt.

Een tweede sectie bevat gebeden tot de Heilige Maagd, gevolgd door het “Veni Creator”, een gebed tot het Heilig Kruis en dan een aantal Franse gebeden tot Christus, een aantal Latijnse gebeden tot Christus en dan weerom psalmen, verzen responses en een collecta gevolgd door een meditatie over de passie en een paar andere gebeden in het Frans en het Latijn.

In een derde sectie vinden we gebeden in verband met de communie, in het Frans. Een eerste gebed ter voorbereiding, een tweede gebed voor de communie en een derde gebed na de communie. Deze drie gebeden zijn telkens geïllustreerd met een miniatuur die ons de hertog Filips de Goede toont.

Daarna volgt het “Salve Regina”, twee gebeden in het Frans en een in het Latijn tot Christus, gevolgd door verzen en responses en een Franse versie van het “O intemerata”.

Detail van deze gebeden met de inleidende rubriek in het Middelfrans kan men desgewenst raadplegen in de onderstaande tabel.

Weekgetijden

Dan volgen de weekgetijden met telkens een mis, samengaand met het getijde. De weekgetijden zien er als volgt uit:

  • f 54r-f 59r: Zondagsgetijden ven de Drievuldigheid
  • f 59r-f 63r: Mis van de Drievuldigheid
  • f 63v-f 69r: Maandaggetijden van de dood
  • f 69v-f 71v: Requiem mis
  • f 72r-f 75v: Dinsdaggetijden van de Heilige Geest
  • f 76r-f 79r: Mis van de Heilige Geest
  • f 79v-f 83v: Woensdaggetijden van Alle Heiligen
  • f 83v-f 87v: Mis van Alle Heiligen
  • f 88r-f 92v: Donderdaggetijden van het Heilig Sacrament
  • f 92v-f 96v: Mis van het Heilig Sacrament
  • f 97r-f 102r: Vrijdaggetijden van het Heilig Kruis
  • f 102r-f 104r: Mis van het Heilig Kruis
  • f 104v-f 109r: Zaterdaggetijden van de Heilige Maagd
  • f 109v-f 113r: Mis van de Heilige Maagd

Normale inhoud

Na de weekgetijden volgt wat men de normale minimum inhoud van een getijdenboek kan noemen. Eerst komt het Mariagetijde waarmee normalerwijze het getijdenboek zou beginnen. Het Mariagetijde wordt gevolgd door de boetepsalmen en de litanie. Na een gebed tot Christus volgt het dodenvigilie, een gebed tot Gregorius de Grote en een tekst uit de vier evangelies.

Dan komt een sectie van zes folia met gebeden voor dagelijks gebruik. Detail van deze gebeden met de inleidende rubriek in het Middelfrans kan men desgewenst raadplegen in de onderstaande tabel.

Dit onderdeel wordt gevolgd door de passiegetijden en gebeden tot het Heilig Kruis en de doornenkroon van Christus.

De suffragia die hierop volgen zijn vrij uitgebreid (41 folia en 75 miniaturen), er zijn weinig getijdenboeken met een dergelijk uitgebreide reeks van gebeden tot de heiligen. Zoals het Getijdenboek van Katharina van Kleef heeft er slechts 56.

Slotgebeden

Na de suffragia volgen het “Obsecro te” en het “O intemerata[8] het Stabat Mater dolorosa, de zeven vreugden van Maria[9] en nog enkele andere gebeden tot de Heilige Maagd. Daarop volgt een aantal gebeden te gebruiken tijdens de eucharistieviering bij de elevatie van de hostie en de kelk.

Na een gebed tot Adrianus van Nicomedia en een gebed tot de bewaarengel volgen de gebeden in het Frans, over de vijftien vreugden van Maria gevolgd door zeven gebeden, dagelijks te bidden tot Christus. Dan volgen nog een aantal psalmen met in rubriek de gelegenheid waarbij ze moeten gebeden worden volgens de instructies van Hilarius.

Het boek wordt afgesloten met een meditatie van Augustinus van Hippo, een gebed van paus Leo en een gebed tot Christus.

Verluchting

Verluchtingsprogramma

De enige kleur die we in het handschrift terugvinden is het rood en blauw van de initialen. Er zijn honderden met penwerk versierde initialen in het handschrift terug te vinden. Zoals steeds is de grootte afhankelijk van de plaats waar ze gebruikt worden, hoewel er blijkbaar geen strikte regels werden toegepast. De versalen zijn meestal een lijn hoog. De beginletter van een gebed is meestal 2 soms 3 of 4 lijnen hoog, bij de getijden worden beginletters van 5 en 6 lijnen hoog gebruikt. De initialen zijn afwisselend in het blauw en het rood. Grotere initialen worden dikwijls in het rood, blauw en wit geschilderd en steeds met penwerk versierd. Buiten het penwerk van de initialen dat meestal wat uitloopt is er geen margeversiering.

De miniaturen, hebben steeds een boord, versierd met ranken en bladeren. Soms zijn er tussen de bladeren draakjes, leeuwen en hanen (?) terug te vinden, er is er zelfs een met wildemannen in de boord (f116r). Bij sommige miniaturen is de boord onderverdeeld in driehoeken of rechthoeken die met bladen of bloemen zijn gevuld. Hier en daar staan de figuren of gebouwen over de rand van de miniatuur (bv. f25r, f26v, f27v, f41v etc.). Enkele miniaturen hebben een boord die uitgewerkt is als de lijst van een schilderij (f269r). Zowel de miniaturen als de boorden zijn volledig in grijstinten geschilderd, zonder gebruik van kleuraccenten, die in andere grisaille-werken wel voorkomen.

In de tabellen hieronder vindt men per sectie een beschrijving van alle miniaturen met de rubriek detail binnen de sectie, hoogte, breedte, artiest[10] en omschrijving.

Kalender

Diverse gebeden

Weekgetijden

Mariagetijden

Boetepsalmen e.v.

Suffragia

Andere gebeden

De verluchters

Volgens de informatie van de KB werd het handschrift in twee campagnes geschreven en verlucht. De eerste campagne zou ten laatste in 1460 beëindigd zijn geweest. Voor deze campagne was Jan Tavernier verantwoordelijk[4]. De tweede campagne moet omstreeks 1500 gesitueerd worden en de verluchter hiervan was de Meester van de gebedenboeken omstreeks 1500.

In de eerste campagne realiseerde Jan Tavernier 125 miniaturen in de volgende delen:

  • f1r-f53v: Diverse gebeden (34 miniaturen)
  • f116r-f152v: Mariagetijden (8 miniaturen)
  • f153r-f166v: Boetepsalmen en litanie (1 miniatuur)
  • f169r-f208v: Officie van de doden (1 miniatuur)
  • f221v-f243v: Passiegetijden en gebeden tot het kruis en de doornenkroon (3 miniaturen)
  • f244r-f284v: Suffragia (77 miniaturen)
  • f299r-f304r: Diverse gebeden (1 miniatuur)

Buiten de diverse gebeden in het begin, was het boek dat gemaakt werd in de eerste campagne eigenlijk een vrij standaard getijdenboek.

Jan Tavernier werkte in die periode regelmatig voor de hertog van Bourgondië[15]. Zijn specialiteit was de grisaille. Grisaille was in de mode aan het Bourgondische hof, Filips de Goede had trouwens een voorkeur voor zwart[16]. Of Tavernier in Doornik werkte of niet is niet zeker[17], maar wat men wel met zekerheid kan stellen en vaststellen in zijn werk, is dat hij sterk beïnvloed was door de Doornikse kunst uit de jaren 1420-1430 en dan vooral door het werk van Robert Campin alias de Meester van Flémalle. Van hem zou hij de liefde voor het detail van de huisinrichting, het gemaniëreerde voorstellen van de handen, de brede perspectieven, de wijde geplooide mantels en dergelijke hebben overgenomen. De Maria Lactans op folium 245 recto is daar een prachtig voorbeeld van[18]. Men kan trouwens het werk van Tavernier vergelijken met het werk van de Gebedenboekenmeester die eveneens een Maria Lactans schilderde, terug te vinden op folium 109 verso. Een ander aspect in zijn schilderkunst is het narratieve in zijn voorstellingen, hij vertelt graag een verhaal, soms toont hij verschillende fases van een gebeuren in één miniatuur.

De tweede campagne met de Meester van de Gebedenboeken omstreeks 1500 bestond uit 28 miniaturen en 12 medaillons:

  • fir-fxiiv: Kalender (12 medaillons)
  • f54r-f113r: Getijden en missen voor elke dag in de week (14 miniaturen)
  • f167r-f168v: Gebed tot christus (1 miniatuur)
  • f209r-f210v: Gebed tot Gregorius de Grote (2 miniatuur)
  • f211r-f215r: Lezingen uit de vier evangelies (3 miniaturen)
  • f215r-220v: Gebeden voor dagelijks gebruik (0 miniaturen)
  • f221r-f221r: Beginminiatuur van de passiegetijden (1 miniatuur)
  • f285r-f293v: Gebeden tot de Maagd Maria (4 miniaturen)
  • f293v-f298vr: Diverse gebeden. (2 miniaturen)
  • f304v-f327r: Diverse gebeden. (1 miniatuur)

Deze meester werkte in de periode van 1485 tot 1520 en werkte samen met alle grote miniaturisten van zijn tijd. De kwaliteit van zijn werk, of tenminste van de aan hem toegeschreven werken, is nogal sterk uiteenlopend. Wat we in dit handschrift van hem terug vinden is trouwens van beduidend mindere kwaliteit dan het werk van Tavernier. Hij is vooral bekend van zijn miniaturen die het dagelijkse leven uitbeelden, zowel aan het hof als bij de gewone man.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.