Genocide

Genocide (of volkerenmoord of volkenmoord) is een misdrijf in het internationale recht dat door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in Resolutie 96(1) omschreven werd als 'de ontzegging van het recht van bestaan van een gehele menselijke groep.'[1] Genocide staat in haar praktische uitvoering vaak gelijk aan massamoord van een specifieke groep, hoewel ook andere daden onder de definitie vallen. Formeel juridisch gezien is genocide geen oorlogsmisdrijf, omdat het geen schending van het oorlogsrecht is, bovendien kan genocide ook in vredestijd worden gepleegd.

Internationaal strafrecht

Algemeen aangenomen wordt dat de term "genocide" in het internationale recht werd geïntroduceerd door de Pools-Joodse rechtsgeleerde Raphael Lemkin, die na zijn vlucht uit Polen betrokken werd bij het Neurenberg-tribunaal.[2] Benjamin Ferencz, de speciale hoofdaanklager van leden van Einsatzgruppen tijdens de Proces van Neurenberg 1945-1946 gebruikte het begrip bewust in zijn pleidooi, ondanks dat het nog in geen enkel wetboek stond. Een juridische "doodzonde", die evenwel het internationaal strafrecht vooruit hielp.[3]

De Verenigde Naties namen in 1948 het Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide aan, waarin zij bevestigden dat genocide een internationaal misdrijf is en zich verbonden dit misdrijf te verhinderen en te bestraffen. Deze conventie definieert in artikel 2 genocide als:

een van de volgende handelingen, gepleegd met de bedoeling om een nationale, etnische, godsdienstige groep, dan wel een groep, behorende tot een bepaald ras, geheel of gedeeltelijk als zodanig te vernietigen door 'het doden van leden van de groep; het toebrengen van ernstig lichamelijk of geestelijk letsel aan leden van de groep; het opzettelijk aan de groep opleggen van levensvoorwaarden die gericht zijn op haar gehele of gedeeltelijke lichamelijke vernietiging; het nemen van maatregelen, bedoeld om geboorten binnen de groep te voorkomen en het gewelddadig overbrengen van kinderen van de groep naar een andere groep.[4][5]

Schedels van slachtoffers van de Rwandese Genocide van 1994 in Nyamata

Genocide en theorie

Het naziconcentratiekamp van Buchenwald (24 april 1945)

De term genocide werd door de Joods-Poolse jurist Raphael Lemkin opgeworpen in zijn in 1944 in de Verenigde Staten uitgegeven boek Axis Rule in Occupied Europe. Het is een combinatie van het Griekse woord genos (ras, natie of volk) en het Latijnse caedere (vellen, doden, vermoorden).[6] Genocide wordt vaak verward met etnische zuiveringen, maar de twee begrippen zijn geen synoniemen van elkaar. Van etnische zuiveringen is sprake indien een bevolkingsgroep een andere bevolkingsgroep probeert te verdrijven of verwijderen uit een bepaald gebied; er is pas sprake van genocide indien iemand een andere groep wil vernietigen op basis van het ras, de nationaliteit, etniciteit of religie van die groep. Zolang het doel van de etnische zuivering dus slechts is de verwijdering van een etnische groep uit een bepaald gebied, zal er geen sprake zijn van genocide.[7]

Dr. Gregory H. Stanton is al bijna zijn hele leven bezig met het bestrijden, voorkomen en aan de kaak stellen van genocide. Stanton richtte in 1999 de 'Genocide Watch' op, waarvan hij ook voorzitter is. Daarvoor was hij voorzitter (en oprichter) van het 'Cambodian Genocide Project'. Stanton ziet genocide als een glijdende schaal. Een situatie gaat niet in één keer van vreedzaam naar een situatie waar groepen mensen elkaar uitmoorden. Hij onderscheidt daarbij acht verschillende fasen: classificatie, symbolisatie, dehumanisatie, organisatie, polarisatie, voorbereiding, vernietiging en ontkenning. Stanton stelt dat elke genocide min of meer deze sequentie van escalerende fasen kent. Staten - zowel nationaal als internationaal - zouden daarop bedacht moeten zijn en ingrijpen zodra een proces van genocide wordt ingezet. Door de internationaal gehanteerde definitie van de Verenigde Naties (zie boven) wordt nu meestal met ingrijpen gewacht tot stadium zeven (de vernietiging) is ingetreden omdat er voordien nog niet gesproken 'mag' worden van genocide.

Historische genocides

Expansionisme en kolonisering hebben in de Nieuwe Tijd, dus na het jaar 1500, grootschalige moordpartijen van Europese staten in overige werelddelen met zich meegebracht. Deze kregen vaak het karakter van vernietigingscampagnes als veroverende legers bij hun expedities op tegenstand stuitten. Om te beginnen Spaanse expeditielegers in Zuid-Amerika en vervolgens Britse in India en Franse in Noord-Afrika. Ook Nederlandse in Oost-Indië, later Nederlands-Indië. Vaak werkten inheemse autoriteiten samen met de invasiemacht om hun macht te behouden of te versterken. In het proces van dekolonisatie van 1945 tot 1975 herhaalde zich de grootschalige vernietiging in de bevrijdingsoorlogen en de onderdrukking daarvan door de koloniale machten. Een late poging tot kolonisering en grootschalige vernietiging werd door Japan georganiseerd tijdens zijn verovering van Oost- en Zuidoost-Azië in het kader van de Tweede Wereldoorlog.

In publicaties van de afdeling Holocaust- en Genocidestudies van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie worden de volgende historische genocides genoemd[8][9]:

Duits Zuidwest-Afrika

Tussen 1904 en 1907 probeerde de Duitse kolonisator de Herero- en Nama-stammen uit te roeien. Na een heftige strijd werden overgebleven Herero's en Nama's onder erbarmelijke omstandigheden in concentratiekampen opgesloten. Delen van de beide volkeren bleven bestaan. De genocide hield door interventie van regeringsfunctionarissen op, maar werd voortaan ook verzwegen door de Duitse koloniale macht en vele latere Europees-Duitse regeringen. Pas in 2004 erkende de Duitse regering deze gebeurtenissen als genocide. De koloniale machten maakten rond de eeuwwisseling op meer plaatsen gebruik van excessief geweld tegen zogenaamde 'inboorlingen' wanneer dezen zich verzetten tegen hun bezetters. In Atjeh waren dat Nederlands-Indische troepen; in Oranje Vrijstaat en Transvaal de vrouwen en kinderen van de zogenaamde Boeren die door het Engelse expeditieleger in concentratiekampen werden opgesloten en door ondervoeding en ziekte massaal stierven. Uit deze voorbeelden blijkt dat de grens tussen doelbewust executeren en laten sterven door de slachtoffers in onmenselijke omstandigheden te brengen vaag is en dat uit het ene het andere voort vloeide.

Armenië (Ottomaanse Rijk)

Tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn in het Ottomaanse Rijk zeer veel Armeniërs omgekomen als gevolg van rechtstreekse moord en deportatie onder omstandigheden die velen het leven kostten. Het precieze aantal blijft omstreden maar de schattingen variëren tussen 500.000 en 1.500.000 personen. Deze gebeurtenissen worden vrij algemeen erkend als de Armeense Genocide. Het standpunt van de huidige Turkse regering is echter dat er van genocide geen sprake was en dat het gebruik van deze term als een belediging voor de Turkse natie strafbaar is. Turkse historici gaan er wel van uit dat er sprake was van een conflict tussen rebellerende Armeniërs en het Ottomaanse leger dat veel slachtoffers aan beide zijden kostte. Zij zeggen dat als van lokale massamoorden op burgers sprake zou zijn geweest, deze door irreguliere Turkse milities en door zich bedreigd voelende dorpsbevolkingen werden uitgevoerd op de 'bewapende Armenische opstandelingen' in hun midden.[10] Daartegenover wijst de ambtelijke correspondentie feitelijk uit dat directieven werden gegeven door centrale en militaire bestuursambtenaren vanuit Istanboel aan districtsambtenaren. Een 'radicale opruiming' van Armeniërs met behulp van alle mogelijke middelen werd daarin voorgeschreven waaronder de instelling van liquidatiemilities en hun bewapening uit de munitiedepots van het leger.[11]

Naast Armeniërs werden er ook honderdduizenden Pontische Grieken, Aramese en Assyrische christenen vermoord. Het Ottomaanse systeem registreerde geen nationaliteit maar religie, wat precieze schattingen bemoeilijkt. De door het Ottomaanse bestuur bewapende milities van losgelaten gevangenen, soldaten en Koerdische clans die de slachtingen hebben verricht, keerden zich tegen alle christelijke minderheden omdat zij ervan verdacht werden de binnenvallende Russische troepen, waar het Ottomaanse Rijk mee in oorlog was, te steunen. Een Russische overwinning zou het vooruitzicht waar kunnen maken van de stichting van een onafhankelijke Armeense staat in Oost-Turkije. Dit is ook de reden dat islamitische minderheden als de Koerden en Arabieren, die het Ottomaanse gezag niet steunden, zich toch ook lieten inschakelen bij de 'verwijdering' van de Armeniërs, vooral nadat zij toestemming kregen om de bezittingen van de Armeniërs in beslag te nemen. Dit gebeurde massaal nadat het uitbreken van de communistische revolutie in Sint-Petersburg leidde tot een terugtrekking van de Russische legers die in 1917 delen van Oost-Turkije hadden bezet, en de Armeniërs geen beroep op Russische steun meer konden doen. In totaal zijn 3.000 dorpen en steden in het oosten van het huidige Turkije van hun Armeense bevolking ontdaan. Hun bezittingen zijn toebedeeld aan plaatselijke of van elders gekomen Turken.

Sovjet-Unie

Stalin wordt er van beschuldigd bewust een hongersnood in onder andere Oekraïne, de Noordelijke Kaukasus (o.a. de zogenoemde 'Zwarte Tafels' bij de Koeban-kozakken), Wolgaregio, Zuidelijke Oeral, West-Siberië, en Kazachstan te hebben gecreëerd als onderdeel van zijn plan om de collectivisatie gedwongen door te voeren onder de gehele bevolking van de Sovjet-Unie. Hierbij kwamen vele miljoenen burgers in het begin van de jaren dertig om. Op 28 november 2006 werd een motie aangenomen door het Oekraïense parlement om deze Holodomor voortaan als genocide van de Sovjet-Unie tegen het Oekraïense volk te kwalificeren. Ook de dood van meer dan een kwart van de 4 miljoen kozakken tussen 1926 en 1939 als gevolg van gedwongen vestigingsconcentratie in kolchozen wordt gezien als een aan Stalin toe te schrijven tragedie. Daarbij speelde de traditionele trouw aan de Tsaren van de Kozakken een rol.

Vervolging van Joden en zigeuners door nazi-Duitsland

Nazi-Duitsland en, in mindere mate, zijn bondgenoten probeerden van 1941 tot 1945 systematisch de Joden (6 miljoen) en zigeuners uit te roeien. De moorden vonden grotendeels plaats in concentratie- en vernietigingskampen. Roemenië richtte zijn eigen kampen in waar executies zonder rechtspleging werden uitgevoerd en de omstandigheden zo slecht waren dat honderdduizenden Joden omkwamen. Hitler nam het besluit tot vernietiging van het Europese Jodendom tijdens de Wannseeconferentie in Berlijn in januari 1942. Vanaf dat moment kon gesproken worden van een van tevoren beraamde en systematisch uitgevoerde genocide.

Op 16 december 1942 bepaalde Himmler dat alle zigeuners gedeporteerd moesten worden naar Auschwitz-Birkenau. Omdat er in veel landen voor de Tweede Wereldoorlog geen registratie van de zigeuners was, is onbekend hoeveel er zijn omgekomen. Naar schatting zijn tussen de 400.000 en 500.000 zigeuners omgebracht.

Omdat etnische zuivering en genocide vaak in elkaars verlengde liggen kan er geen scherp onderscheid aangelegd worden, behalve in het kader van de Holocaust die een expliciet geformuleerd vernietigingsprogramma volgde. Sommigen willen met scherpe criteria alleen vernietigingscampagnes als die van de nationaal-socialisten als genocide definiëren.

Moderne genocides

De volgende genocides hebben plaatsgevonden na de Tweede Wereldoorlog.

Cambodja

Tijdens de heerschappij van de Rode Khmer, onder leiding van Pol Pot, werden er tussen twee miljoen en drie miljoen, onder andere ideologische verdachte groepen, etnische minderheidsgroepen, voormalige ambtenaren, boeddhistische monniken, intellectuelen en vluchtelingen vermoord.

Joegoslavische oorlogen

Tijdens de Joegoslavische oorlogen vonden er op verschillende plekken in het voormalige land oorlogsmisdaden plaats. Een ervan was tijdens de val van Srebrenica, waarbij ongeveer 8000 moslimjongens en -mannen uit de enclave vermoord werden. Deze moorden vonden plaats op 11 juli 1995 en de dagen erna, nadat Bosnische Serviërs troepen de controle over de enclave die bescherming genoot van Nederlandse blauwhelmen hadden verworven.

Op 26 februari 2007 omschreef het Internationaal Gerechtshof te Den Haag het bloedbad van Srebrenica van juli 1995 als genocide.

Er vond ook vervolging van Serviërs in Kroatië plaats. Kroatische troepen brandden huizen af en de lokale Servische bevolking in de Krajina-regio in Kroatië werd uitgemoord. Servische troepen vermoordden op hun beurt vele Kroatische burgers in zuidelijk Kroatië en Bosnië.

In de Tweede Wereldoorlog koos het Kroatische Ustasha-regime de kant van de nazi's. In die jaren werden honderdduizenden Roma, joden en Serviërs omgebracht in kampen, zowel in Kroatië als daarbuiten. Het beruchtste kamp was Jasenovaç. De moord op zo'n 500.000 tot een miljoen Serviërs in deze periode staat bekend als de Servische Genocide.

Rwanda en Burundi

In 1994 woedde in Rwanda en in 1993 en 1999 in Burundi een hevige burgeroorlog. In 1994 mondde dit in Rwanda uit in genocide, in een periode van ongeveer 3 maanden werden op systematische wijze 800.000 Tutsi's en gematigde Hutu's door het Rwandese leger en Hutu-milities (zoals de Interahamwe) vermoord. Op 16 juni 2006 werd deze genocide ook officieel erkend door de hogerberoepscommissie van het Rwanda-tribunaal.

Islamitische Staat

Op 3 februari 2016 erkende het Europees Parlement unaniem de systematische moord en vervolging van religieuze minderheden zoals jezidi's en christenen door terreurgroep IS als genocide.[12]

Rohingya (Myanmar)

In een rapport van 27 augustus 2018 beschuldigde de Verenigde Naties de legerleiding van Myanmar van genocide, seksueel geweld en misdaden tegen de menselijkheid.[13][14]

Tribunalen

In de landen die het genocideverdrag hebben ondertekend, kunnen genocide-misdrijven voor nationale rechtbanken gebracht worden, of wordt nationaal een ad-hoc tribunaal opgericht, zoals in 1997 het Cambodjatribunaal. Daarnaast werden ook internationale gerechtshoven ingesteld.

Ad-hoc internationale tribunalen

Vaste internationale tribunalen

Zie ook

Bibliografie

  • Luc Reychler, De volgende genocide, Universitaire Pers, Leuven, 2004.
  • Abram de Swaan, Compartimenten van vernietiging, Prometheus Bert Bakker, Amsterdam, 2014.

Organisaties

Zie de categorie Genocide van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.