Bindingsenergie

De bindingsenergie is de energie die vrijkomt wanneer een molecuul in de gasfase wordt gevormd uit zijn atomen die oorspronkelijk op oneindig grote afstand van elkaar lagen. Omdat bij het vormen van bindingen energie vrijkomt, is in onderstaande tabellen de bindingsenergie positief.

Chemische binding
Dipool-dipoolinteracties
Moleculen (intramoleculair)
Moleculen (intermoleculair)

Zouten

Metalen

Covalente netwerken

Theorieën

Eigenschappen

Portaal   Scheikunde

In de kernfysica wordt de term gebruikt voor de aantrekkende kracht tussen subatomaire en elementaire deeltjes, en in de scheikunde voor de chemische binding tussen atomen.

Wanneer een binding tussen twee atomen wordt gevormd komt er energie vrij en om een binding tussen twee atomen te breken is er energie nodig. De energie die vrijkomt als een binding gevormd wordt of die nodig is om ze te breken wordt de bindingsenergie genoemd. Sommige bindingen zijn sterker dan andere bindingen; bij de sterkere binding is er meer bindingsenergie.

Bindingssterkte van verschillende chemische bindingen

Ionisch

De formule voor de elektrostatische aantrekkingskracht tussen twee ladingen is van de vorm

,

met de kracht in Newton,

een constante,

de eerste lading in coulomb,

de tweede lading idem en

hun tussenafstand in meter

De factoren die de sterkte van een ionaire binding beïnvloeden, zijn:

  • de grootte van de ionen: hoe groter de ionen, hoe kleiner de aantrekkingskracht, en hoe zwakker de binding.

Voorbeeld: bindingsenergie voor de fluoriden van de alkalimetalen:

Naam Formule Ionenstraal van X+ (pm) Bindingsenergie (kJ per mol)
Lithiumfluoride LiF 74 1039
Natriumfluoride NaF 102 920
Kaliumfluoride KF 138 816
Rubidiumfluoride RbF 149 780
Cesiumfluoride CsF 170 749
  • de grootte van de ladingen: hoe groter de ladingen, hoe sterker de binding

Voorbeeld:

Naam Formule Kation Anion Bindingsenergie (kJ per mol)
Natriumchloride NaCl Na+ Cl 920
Magnesiumchloride MgCl2 Mg2+ Cl 2502
Natriumsulfide Na2S Na+ S2− 2207
Magnesiumsulfide MgS Mg2+ S2− 3360

Metallisch

  • de smelttemperatuur: hoe hoger hoe sterker de binding;

Voorbeeld:

Naam Formule Roosterafstand (pm) Smeltpunt (°C)
Natrium Na 430 98
Kalium K 530 63
Calcium Ca 550 851

Covalent

  • de atoomafstand: hoe kleiner hoe sterker de binding;

Voorbeeld:

Naam Formule Binding Bindingslengte (pm) Bindingsenergie (kJ per mol)
Chloor Cl2 Cl-Cl 199 242
Broom Br2 Br-Br 228 193
Ethaan C2H6 C-C 154 348
Etheen C2H4 C=C 134 614
Ethyn C2H2 C≡C 120 839

Bindingsenergie van atoomkernen

Bindingsenergie per nucleon van gangbare isotopen. Klik om te vergroten

In het periodiek systeem van elementen vertoont de reeks lichte elementen van waterstof tot natrium een stijging van de bindingsenergie per nucleon - zie bijgaande grafiek. Dit komt doordat de krachten in de atoomkern toenemen als er meer nucleonen zijn die elkaar aantrekken.

Bij grotere atoommassa's zien we een plateau in de kromme van magnesium tot aan ijzer. In dit gebied is de atoomkern zo groot geworden dat de kernkrachten niet meer de volle omvang van de kern bestrijken. Aantrekkende sterke kernkrachten zijn bijna in evenwicht met afstotende elektromagnetische krachten tussen de protonen.

Bij elementen zwaarder dan ijzer neemt de bindingsenergie per nucleon af: de afstoting tussen de vele protonen neemt toe en wint terrein op de aantrekkende sterke kernkracht.

De top in de kromme voor de bindingsenergie per nucleon ligt bij nikkel-62. Dit is dus de hechtste kern (per nucleon), gevolgd door ijzer-58 en ijzer-56.[1]. Dit is een verklaring waarom ijzer en nikkel overheersen in planeetkernen, omdat deze metalen overvloedig worden geproduceerd in supernova-explosies en de eindfase van silicium-fusie in sterevolutie.

Maar het gaat niet alleen om de bindingsenergie per nucleon die bepaalt welke kern precies gemaakt wordt. In sterren kunnen neutronen overgaan in protonen en zo nog meer energie vrijmaken, als het resultaat een stabiele kern is met een groter aandeel van protonen. Daarom heeft ijzer-56 de meeste bindingsenergie van alle combinaties van 56 nucleonen, vanwege zijn relatieve grote fractie protonen, ook al is er minder bindingsenergie per nucleon dan in nikkel-62, als deze berekend wordt door te vergelijken met samen 28 losse protonen en 34 losse neutronen. Er wordt wel beweerd dat fotodesintegratie van 62Ni tot 56Fe energetisch mogelijk is in een bijzondere hete sterkern, ten gevolge van bètaverval van neutrons tot protonen.[2]

Voorbeelden

Sterkst gebonden atoomkernen
NuclideAantal protonenAantal neutronenMassa overschotTotale massaTotale massa / ATotale bindings­energie / AMassadefectBindings­energieBindings­energie / A
56Fe2630−60,6054 MeV55,934937 u0,998 838 2 u9,1538 MeV0,528 479 u492,275 MeV8,7906 MeV
58Fe2632−62,1534 MeV57,933 276 u0,998 849 6 u9,1432 MeV0,547 471 u509,966 MeV8,7925 MeV
60Ni2832−64,4721 MeV59,930 786 u0,998 846 4 u9,1462 MeV0,565 612 u526,864 MeV8,7811 MeV
62Ni2834−66,7461 MeV61,928 345 u0,998 844 3 u9,1481 MeV0,585 383 u545,281 MeV8,7948 MeV
Enkele lichte atoomkernen
NuclideAantal protonenAantal neutronenMassa overschotTotale massaTotale massa / ATotale bindings­energie / AMassadefectBindings­energieBindings­energie / A
n018,0716 MeV1,008 665 u1,008 665 u0,0000 MeV0 u0 MeV0 MeV
1H107,2890 MeV1,007 825 u1,007 825 u0,7826 MeV0,000 000 014 6 u0,000 013 6 MeV13,6 eV
2H1113,135 72 MeV2,014 102 u1,007051 u1,50346 MeV0,002 388 u2,224 52 MeV1,112 26 MeV
3H1214,9498 MeV3,016 049 u1,005 350 u3,088 15 MeV0,009 105 8 u8,4820 MeV2,8273 MeV
3He2114,9312 MeV3,016 029 u1,005 343 u3,094 33 MeV0,008 285 7 u7,7181 MeV2,5727 MeV

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.