časný

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tʃasniː/
  • Geluid:  časný    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ča·s·ný
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord čas met het achtervoegsel -ný.

Bijvoeglijk naamwoord

časný

  1. 's morgens vroeg, vroeg.
  2. (religie) kort, tijdelijk, vergankelijk; in de tijd begrensd, niet voor eeuwig.
Verbuiging


Vervoeging
Synoniemen
  1. brzký, raný
  2. dočasný, pomíjející, pomíjivý
Antoniemen
  1. pozdní
  2. nekonečný, netrvalý, věčný
Afgeleide begrippen

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.