worm
Nederlands
Woordafbreking
- worm
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘ongewerveld dier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | worm | wormen |
verkleinwoord | wormpje | wormpjes |
Zelfstandig naamwoord
worm m
- (dierkunde) een betrekkelijk klein, lang, ongewerveld dier met een zacht lichaam
- Nadat de vogel een paar minuten op en neer gehupt had, vloog het dier met een dikke worm in de snavel weg.
- (informatica) is een zichzelf vermenigvuldigend computerprogramma. Via een netwerk worden kopieën van deze worm doorgestuurd zonder een tussenkomst van een gebruiker. Een worm is geen computervirus want hij heeft geen computerprogramma nodig om zich aan vast te hechten. Men kan stellen dat een worm schade toebrengt aan een netwerk, waar een virus een gerichte aanval op een computer doet
- (informatica) informatiedrager waarop slechts één maal geschreven kan worden, maar die onbeperkt geraadpleegd kan worden (WORM = Write Only, Read Many times)
- (techniek) schroef zonder eind die grijpt in een tandwiel (wormwiel genoemd) en die dit bij ronddraaiing in beweging brengt of (minder vaak voorkomend) door dit wormwiel wordt aangedreven.
Synoniemen
- [1] aardworm, pier, regenworm, wurm
- [2] computerworm
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een betrekkelijk klein, lang, ongewerveld dier met een zacht lichaam
Gangbaarheid
- Het woord worm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'worm' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Engels
Middelnederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | worm | worme |
genitief | worms | worme |
datief | worme | wormen |
accusatief | worm | worme |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.