waarheid
Nederlands
Woordafbreking
- waar·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waarheid | waarheden |
verkleinwoord | waarheidje | waarheidjes |
Zelfstandig naamwoord
waarheid v
- dat wat waar is
- dat wat als waar wordt beschouwd door een persoon of groep
Hyponiemen
- geloofswaarheid, grondwaarheid, heilswaarheid, hoofdwaarheid, kernwaarheid
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- echtheid, juistheid, objectiviteit, realiteit, verifieerbaarheid, waanzin, waar, werkelijkheid
Uitdrukkingen en gezegden
- de waarheid ligt in het midden
de waarheid bevat onderdelen van twee met elkaar in tegenspraak zijnde stellingen
- een waarheid als een koe..
iets dat onomstotelijk waar is
- al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel
zelfs de best bedachte leugens zullen uiteindelijk worden weerlegd
- het uur van de waarheid
het beslissende moment
Vertalingen
1. dat wat waar is
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord waarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'waarheid' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.