onwaarheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·waar·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van waar met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord onwaarheid onwaarheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

onwaarheid v [1]

  1. het onwaar zijn
  2. (eufemisme) leugen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onwaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.