objectiviteit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ob·jec·ti·vi·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord objectiviteit objectiviteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

objectiviteit v

  1. op feiten gericht en gebaseerd
    • De journalist probeerde de objectiviteit niet te verliezen toen hij verslag deed van de aanval op zijn stad. 
    • Een rechter die op de een of andere manier bij de zaak is betrokken mag niet rechtspreken in die zaak, omdat dan zijn objectiviteit in twijfel getrokken kan worden. 
Synoniemen
  1. onvooringenomenheid, onbevangenheid, onpersoonlijk
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord objectiviteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.