urineleider

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uri·ne·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord urineleider urineleiders
verkleinwoord urineleidertje urineleidertjes

Zelfstandig naamwoord

urineleider m

  1. (anatomie) de buis die loopt tussen het nierbekken en de blaas
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • urineleidertransplantatie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord urineleider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.