uitsteeksel
Nederlands
![](../I/m/Wervel_met_uitsteeksel_-_O36ZFL_-_60015844_-_RCE.jpg)
wervel met doornvormig uitsteeksel
Woordafbreking
- uit·steek·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitsteeksel | uitsteeksels |
verkleinwoord | uitsteekseltje | uitsteekseltjes |
Zelfstandig naamwoord
uitsteeksel o [1]
- iets wat uitsteekt ten opzichte van zijn omgeving
- Kies een zo rond mogelijke helm, daardoor worden hoekversnellingen gereduceerd. Vermijd dus uitstulpingen, uitsteeksels en andere versieringen, zoals een haaienvin of hoorns.[2]
- Volgens Jitinder Malhotra, de directeur van het ziekenhuis, ging het om de vreemdste operatie uit zijn inmiddels 20-jarige carrière. ,,Nadat we de patiënt meermaals hadden gescand dachten we dat hij een gezwel in zijn maag had. Op de foto's zagen we een grote zwarte vlek met puntige uitsteeksels die we niet thuis konden brengen.[3]
Hyponiemen
- botuitsteeksel, jukuitsteeksel, kroonuitsteeksel, ravenbeksuitsteeksel, rotsuitsteeksel, werveluitsteeksel
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord uitsteeksel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitsteeksel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard 4 SEPTEMBER 2017
- Tubantia Tom Tates 11-JANUARI-2017,
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.