uitsteken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·ste·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitsteken
stak uit
uitgestoken
klasse 4 volledig

Werkwoord

uitsteken

  1. inergatief in grootte de rest voorbijstreven
    • Die boom steekt boven de andere uit. 
  1. ditransitief met een scherp voorwerp stekend verwijderen
    • Men stak hem de ogen uit. 
  1. overgankelijk uitstrekken, bijvoorbeeld van een ledemaat
    • Als je links afslaat moet je je hand uitsteken. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitsteken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.