uitkomst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitkomst    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /'œʏ̯tkɔmst/, /'ʌʏ̯tkɔmst/
    • (Vlaanderen, Brabant): /'œːtkɔmst/
    • (Limburg): /'œːtkɔms/
Woordafbreking
  • uit·komst
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van uitkomen met het achtervoegsel -st
enkelvoud meervoud
naamwoord uitkomst uitkomsten
verkleinwoord uitkomstje uitkomstjes

Zelfstandig naamwoord

uitkomst v

  1. de afloop van een bepaald proces
    • De uitkomst ervan was dat hij er kon blijven wonen. 
  1. een omstandigheid of zaak die in een moeilijkheid voorziet
    • Het was een uitkomst dat je wist hoe dat moest. 
    • Alle pillen voor de hele week in één keer kunnen slikken. Dat zou een uitkomst zijn voor mensen die iedere dag op vaste tijden een flink aantal medicijnen slikken.[1] 
  1. (wiskunde), getal als resultaat van een bewerking.
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitkomst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. NRC Sander Voormolen 10 januari 2018 Alle medicijnen in één pil
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.