truck

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  truck    (hulp, bestand)
  • IPA: /tryk/, /trʏk/
Woordafbreking
  • truck
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘vrachtwagen’ voor het eerst aangetroffen in 1931 [1]
  • Leenwoord uit het Engels. [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord truck trucks
verkleinwoord truckje truckjes

Zelfstandig naamwoord

truck m

  1. (verkeer) vrachtauto waarvan de aanhangwagen op een draaibaar onderstel zit
  2. (verkeer) het zelfrijdende deel van een vrachtwagen-opleggercombinatie
  3. (verkeer) open vrachtwagen
Hyponiemen
  • heftruck, legertruck, monstertruck, pallettruck, vorktruck
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord truck staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.