stemmentrekker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stem·men·trek·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stemmentrekker stemmentrekkers
verkleinwoord stemmentrekkertje stemmentrekkertjes

Zelfstandig naamwoord

stemmentrekker m

  1. (politiek) populair persoon die zich verkiesbaar stelt voor een politieke partij om ervoor te zorgen dat veel mensen op die partij stemmen bij verkiezingen
    • De eveneens uit Haarle afkomstige Sonja Roessink ontpopt zich in haar woonplaats als echte stemmentrekker voor het CDA. [1] 
    • 50PLUS heeft roerige tijden achter de rug. Stemmentrekker Henk Krol verdween als fractieleider in de Tweede Kamer omdat hij in een eerdere functie niet alle pensioenverplichtingen voor zijn medewerkers was nagekomen. Daarna scheurde de fractie in de Tweede Kamer nog eens. [2] 
    • Staatssecretaris Klaas Dijkhoff is de grootste stemmentrekker, afgezien van de nummers 1 en 2. De winnaar van De Slimste Mens haalde met zijn 146.226 stemmen zelfs VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra in. [3] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord stemmentrekker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.