veger

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • veĀ·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van vegen met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord veger vegers
verkleinwoord vegertje vegertjes

Zelfstandig naamwoord

veger m [2]

  1. toestel om mee te vegen
  2. iemand die veegt
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

veger

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van veeg

Gangbaarheid

  • Het woord veger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.