tablet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tablét (hulp, bestand)
- IPA: / taˈblɛt /
- Geluid: táblet (Engels uitgesproken) (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtɛblət /
Woordafbreking
- ta·blet
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plak, pastille’ voor het eerst aangetroffen in 1680 [1]
- [tablét] van Frans tablette [2]
- [táblet] van Engels, verkorting van tablet computer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tablet | tabletten |
verkleinwoord | tabletje | tabletjes |
Zelfstandig naamwoord
tablet v/m/o
- Een tablet van glas.
- platrond voorwerp dat een bepaalde werkzame stof (zeep, schoonmaakmiddel e.d.) bevat
- Een tablet wasmiddel.
- kleitablet
- In de kas bevindt zich aan één kant een groot tablet met planten in pot, daartegenover is een tufwand gemaakt van dunne travertinplaten.[3]
- [1] Een tablet paracetamol
- [2] Een tablet Stevia-chocolade
- [3] Raam in de kathedraal van Chester met daaronder een glazen tablet
- [4] Etalage met zeeptabletten
- [5] Een kleitablet uit Persepolis
Hyponiemen
|
Zelfstandig naamwoord
táblet m
- (elektronica) een platte computer die vrijwel alleen bestaat uit een aanraakbaar beeldscherm
- Hij zat de hele dag op zijn tablet.
Gangbaarheid
- Het woord tablet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tablet' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.