pastille

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • pas·til·le
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tablet’ voor het eerst aangetroffen in 1889 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pastille pastilles
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

pastille v / m [3]

  1. zuigtablet
  2. tablet als versnapering
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • hoestpastille
Vertalingen
    1.   

Gangbaarheid
  • Het woord pastille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen
  1. "pastille" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. pastille op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

Frans
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

pastille v

  1. (spreektaal) gat, anus [1]

Verwijzingen
  1. Wouw, B. van de Woordenboek populair Frans - Nederlands 2e druk (2014) Uitgeverij Arti-Choc, Breda; p. 145
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.