stoornis
Nederlands
Woordafbreking
- stoor·nis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stoornis | stoornissen |
verkleinwoord | stoornisje | stoornisjes |
Zelfstandig naamwoord
stoornis v
- (medisch) afwezigheid of afwijking van een functie die tot de normale menselijke ontwikkeling behoort
- (psychologie) een psychische aandoening waardoor de normale gang van zaken wordt bemoeilijkt
- Een bipolaire stoornis is een ziekte van de hersenen waardoor mensen extreme stemmingen kunnen krijgen.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- belemmering, belet, beletsel, hinder, last, overlast, storing, verhindering, verstoring
Vertalingen
1. afwezigheid of afwijking van een functie die tot de normale menselijke ontwikkeling behoort
|
2. een psychische aandoening waardoor de normale gang van zaken wordt bemoeilijkt
Gangbaarheid
- Het woord stoornis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stoornis' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.