storen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: storen (hulp, bestand)
IPA: /ˈstorə(n)/

Woordafbreking

sto·ren

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘hinderen’ voor het eerst aangetroffen in 1260 [1] [2] [3]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
storen	stoorde	gestoord
zwak -d	volledig

Werkwoord

storen

overgankelijk het functioneren nadelig beïnvloeden

- Alle radio-uitzendingen uit Engeland werden door de bezetter gestoord.

Synoniemen

hinderen, derangeren

Hyponiemen

ontstoren, verstoren

Afgeleide begrippen

gramstorig, stoorgebied, stoorloos, stoornis, stoorsignaal, stoorzender, storing

Vertalingen

1.het functioneren nadelig beïnvloeden

Duits: stören ^(de)
Engels: disturb ^(en)
Noors: forstyrre ^(no), ramme ^(no), skiple ^(no)
Nynorsk: forstyrre ⁽ⁿⁿ⁾, ramme ⁽ⁿⁿ⁾, skiple ⁽ⁿⁿ⁾

Pools: przeszkadzać ^(pl)
Spaans: interferir ^(es), estorbar ^(es)
Zweeds: störa ^(sv)

Gangbaarheid

Het woord storen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'storen' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.