storing
Nederlands
Woordafbreking
- sto·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | storing | storingen |
verkleinwoord | storinkje | storinkjes |
Zelfstandig naamwoord
storing v
- (communicatie) een hinderlijke onderbreking, een bepaald proces wordt onderbroken of bemoeilijkt
- Door een storing is er de hele dag geen treinverkeer tussen Amsterdam en Leiden.
- (telecommunicatie) een slecht signaalontvangst van bijvoorbeeld televisie, radio of internet
- In de vroege jaren van de Nederlandse Televisie Stichting was het bordje storing een veelgeziene verschijning.
Hyponiemen
- elektriciteitsstoring, golfstoring, lijnstoring, oceaanstoring, randstoring, stroomstoring
Afgeleide begrippen
- storingsdienst, storingsgebied, storingvrij, storingzeef
Vertalingen
1. een hinderlijke onderbreking, een bepaald proces wordt onderbroken of bemoeilijkt
Gangbaarheid
- Het woord storing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'storing' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.