overlast

Nederlands

Uitspraak

Geluid: overlast (hulp, bestand)
IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈo.vər.ˌlɑst/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈo.vər.ˌlɑst/
- (Limburg): /ˈo.vər.ˌlɑs/

Woordafbreking

over·last

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van over en last [1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	overlast	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

overlast m

hinder op een onacceptabel niveau

- Wateroverlast is een verzamelnaam voor situaties waarin mensen overlast hebben als gevolg van te veel water.

Hyponiemen

bejegeningoverlast
burenoverlast
drugoverlast
drugsoverlast
duivenoverlast

geluidoverlast
geluidsoverlast
geuroverlast
horecaoverlast
jeugdoverlast

lawaaioverlast
milieuoverlast
parkeeroverlast
qatoverlast
rookoverlast

schuldoverlast
slagschaduwoverlast
stankoverlast
verkeersoverlast
vuiloverlast

vuurwerkoverlast
wateroverlast
woonoverlast

Afgeleide begrippen

overlastig, overlastrapporteur

Vertalingen

1. hinder op een onacceptabel niveau

Duits: Belästigung ^(de) v
Engels: annoyance ^(en)
Frans: gêne ^(fr) v

Oudnoords: áfa v
Spaans: molestia ^(es) v, incomodidad ^(es) v

Gangbaarheid

Het woord overlast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overlast' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

overlast op website: Etymologiebank.nl

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.