staan
Nederlands
Woordafbreking
- staan
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘overeind zijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
|
|
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
staan |
stond |
gestaan |
klasse 6 | volledig |
Werkwoord
staan
- inergatief zich in verticale toestand van rust bevinden
- Hij stond al een uur in de rij.
- hulpwerkwoord ~ te: duratief hulpwerkwoord: tijdens het staan iets doen
- Hij staat buiten te telefoneren.
- Hij heeft een hele tijd staan telefoneren.
- hulpwerkwoord ~ te: hulpwerkwoord van een, vaak dreigende, onmiddellijke toekomst
- Dat staat te gebeuren.
Opmerkingen
- [2] In samengestelde tijden vervalt te.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
1. zich in verticale toestand van rust bevinden
haaks op iets staan
|
in lichterlaaie staan
|
op de stoep staan
|
Zijn haren gingen (recht) overeind staan.
|
Gangbaarheid
- Het woord staan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'staan' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.