gestaag
Nederlands
Woordafbreking
- ge·staag
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘voortdurend, bestendig’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- Naamwoord van handeling van staan met het voorvoegsel ge- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gestaag | gestager | gestaagst |
verbogen | gestage | gestagere | gestaagste |
partitief | gestaags | gestagers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gestaag
- geleidelijk maar persistent
- De gestage toename ervan verzekert dat het einddoel eensdaags bereikt gaat worden.
Afgeleide begrippen
- gestaagheid
Uitdrukkingen en gezegden
- De gestage drup holt de steen (uit)
door het vol te houden wordt uiteindelijk wel het doel bereikt
Bijwoord
gestaag
- op gestage wijze
- WikiWoordenboek vordert gestaag.
Gangbaarheid
- Het woord gestaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gestaag' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.