ontstaan

• Geluid:  ontstaan    (hulp, bestand)
• IPA:
  • (Noord-Nederland): /ɔnt.ˈstan/
  • (Vlaanderen, Brabant): /ɔnt.ˈstan/
  • (Limburg): /ɔnt.ˈstan/

• ont·staan

• In de betekenis van ‘vorm krijgen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
• Afleiding van staan met het voorvoegsel ont- [2]

ontstaan

1. ergatief de verandering ondergaan van niet bestaan naar wel bestaan

1. • Over hoe het heelal is ontstaan, is nog een hoop te ontdekken. 

1. • Die organisatie ontstond in de jaren veertig. 

• ontstaansgeschiedenis, ontstaansperiode, ontstaansproces, ontstaanswijze

• vervoeging van ontstaan: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)

ontstaan voltooid deelwoord van ontstaan

1. vormt de voltooide tijden

1. • Dit is in de dertiende eeuw ontstaan. 

1. attributief gebruikt:

ontstaan

1. wat ontstaan is

1. • De ontstane wanorde was enorm. 

• Het woord ontstaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontstaan' herkend door: