buitenstaan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bui·ten·staan
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
buitenstaan
stond buiten
buitengestaan
klasse 6 volledig

Werkwoord

buitenstaan

  1. inergatief zich buiten een bepaalde plek bevinden
    • Ik sta buiten, dus laat me d'r in. 
    • Ik ben een clown, maar sta buiten de piste te huilen. 
    • Ik laat mijn paarden in de winter buitenstaan. 
  1. inergatief (figuurlijk) ergens ~: ergens niets mee te maken (willen) hebben
    • Jullie moeten het nu maar zelf zien klaar te spelen; wij staan er buiten. 

Gangbaarheid

  • Het woord buitenstaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.