puinzooi
Nederlands
Woordafbreking
- puin·zooi
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van puin en zooi
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | puinzooi | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
puinzooi v/m
- een ongeorganiseerde hoeveelheid zaken die vaak ook nog kapot zijn of kapot gaan
- We zijn lui in het bijhouden van ons digitaal archief, blijkt uit onderzoek van Cathy Marshall, topresearcher bij Microsoft. Hier eens een back-up, daar een kopietje: veel systeem zit er niet in. „De meesten maken er een puinzooi van”, zegt ook Martijn van den Broek, hoofd Collecties bij het Nederlands Fotomuseum. „Ze denken: ik heb die foto ergens geplaatst, dus die staat in mijn feed, die kan ik online terugvinden. Dat is naïef, het is schijnveiligheid.” [1]
Vertalingen
1. een ongeorganiseerde hoeveelheid zaken die vaak ook nog kapot zijn of kapot gaan
'
Gangbaarheid
- Het woord puinzooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'puinzooi' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.