janboel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  janboel    (hulp, bestand)
  • IPA: /'jɑnbul/
Woordafbreking
  • jan·boel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord janboel -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

janboel v/m

  1. wanordelijke omstandigheden, een rommel
    • De hypotheken in het Amerika van George Bush zijn een janboel. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord janboel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.