puinhoop
Nederlands
Woordafbreking
- puin·hoop
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van puin en hoop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | puinhoop | puinhopen |
verkleinwoord | puinhoopje | puinhoopjes |
Zelfstandig naamwoord
puinhoop m
- een hoop puin, meestal door de verwoesting van bouwwerken
- Het bombardement liet van deze stad niet meer dan puinhopen over.
- een bende
- Na deze periode van wanbeleid was de economie een grote puinhoop.
Vertalingen
1. een hoop puin, meestal door de verwoesting van bouwwerken
|
2. een bende
Gangbaarheid
- Het woord puinhoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'puinhoop' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.