rep

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rep    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rep

Werkwoord

vervoeging van
reppen

rep

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reppen
    • Ik rep. 
  2. gebiedende wijs van reppen
    • Rep! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reppen
    • Rep je? 


Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • rep

Zelfstandig naamwoord

rep o

  1. touw, koord
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rep     repet     rep     repen  
genitief   reps     repets     reps     repens  
Anagrammen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.