demi
Nederlands
Woordafbreking
- de·mi
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘overjas’ voor het eerst aangetroffen in 1898 [1]
- van het Franse 'demi' (half) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | demi | demi's |
verkleinwoord | demietje | demietjes |
Gangbaarheid
- Het woord demi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'demi' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "demi" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- demi op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.