via

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  via    (hulp, bestand)
  • IPA: /vija/
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • afgeleid van het Latijnse 'via' (weg) [2]

Voorzetsel

via

  1. langs
    • Van Rotterdam naar Alphen a/d Rijn via Leiden of via Gouda. 
  1. door gebruik te maken van, met behulp van, door bemiddeling van
    • Via zijn vriend werd het contact gelegd. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord via staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Latijn

Zelfstandig naamwoord

via v

  1. weg
  1. «Eventu suffragii nuntiato in viis Teherani tumultus violenti orti sunt. [1]»
    Nadat de afloop van de stemming gemeld was, ontstonden in de straten van Teheran gewelddadige tumulten.
Verbuiging

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.