papier
Nederlands
Woordafbreking
- pa·pier
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘beschrijfbaar materiaal’ voor het eerst aangetroffen in 1361 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | papier | papieren |
verkleinwoord | papiertje | papiertjes |
Zelfstandig naamwoord
papier o
- een dun vezelachtig beschrijfbaar materiaal
- Hij schreef zijn recensie op papier.
- officieel bewijsstuk
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een dun vezelachtig beschrijfbaar materiaal
Gangbaarheid
- Het woord papier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'papier' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.