paper
Nederlands
Woordafbreking
- pa·per
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘verhandeling’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- van het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paper | papers |
verkleinwoord | papertje | papertjes |
Zelfstandig naamwoord
paper m
- een (vaak wetenschappelijk) schriftelijk verslag.
- De wetenschapper publiceerde een paper over Hamiltoniaanse grafen.
- papier
Hyponiemen
- non-paper, wallpaper
Gangbaarheid
- Het woord paper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'paper' herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Engels
enkelvoud | meervoud |
---|---|
paper | papers |
Zelfstandig naamwoord
paper
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to paper |
he/she/it | papers |
verleden tijd | papered |
voltooid deelwoord |
papered |
onvoltooid deelwoord |
papering |
gebiedende wijs | paper |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.