paper

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·per
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘verhandeling’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
  • van het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord paper papers
verkleinwoord papertje papertjes

Zelfstandig naamwoord

paper m

  1. een (vaak wetenschappelijk) schriftelijk verslag.
    • De wetenschapper publiceerde een paper over Hamiltoniaanse grafen. 
  1. papier
Hyponiemen
  • non-paper, wallpaper
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord paper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

enkelvoud meervoud
paper papers

Zelfstandig naamwoord

paper

  1. papier
  2. blad
  3. krant
  4. document
vervoeging
onbepaalde wijs to paper
he/she/it papers
verleden tijd papered
voltooid
deelwoord
papered
onvoltooid
deelwoord
papering
gebiedende wijs paper

Werkwoord

paper

  1. behangen

Bijvoeglijk naamwoord

paper

  1. papieren
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.