papierwerk
Nederlands
Woordafbreking
- pa·pier·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van papier en werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | papierwerk | |
verkleinwoord | papierwerkje |
Zelfstandig naamwoord
papierwerk o
- het geheel aan formulieren, brieven en andere papieren
- (figuurlijk) het verwerken van formulieren, brieven, facturen en andere papieren
- Het papierwerk lieten we over aan onze boekhouder.
Gangbaarheid
- Het woord papierwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'papierwerk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.