document
Nederlands
Woordafbreking
- do·cu·ment
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | document | documenten |
verkleinwoord | documentje | documentjes |
Zelfstandig naamwoord
document o
- een papier met belangrijke gegevens
- Door de brand waren de documenten verloren gegaan.
- (informatica) een tekstbestand
- Ik kan het .docx-document niet openen omdat ik nog een oude versie van Office heb.
Synoniemen
- [1] geschrift
- [2] file, tekstbestand
Hyponiemen
- beslisdocument, egodocument, grensdocument, reisdocument, tijdsdocument, vervoersdocument, vreemdelingendocument, werkdocument
Vertalingen
1. een verzameling gegevens
Gangbaarheid
- Het woord document staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'document' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Frans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.